‘We kijken even of jouw moeder nog komt.’ Resida heeft de eerste kinderen die vandaag met haar meegaan naar de bso verzameld op het schoolplein. Eén van die kinderen gaat op woensdagmiddag meestal ook mee naar de bso, maar zou vandaag uit school worden opgehaald door haar moeder. Na een paar minuten wachten komt de moeder aanlopen. ‘Anders had ik haar even meegenomen hoor’, lacht Resida naar de moeder. Het laat iets zien over deze ondernemer, haar betrokkenheid met de kinderen én hun ouders. Resida zet net dat stapje extra om ervoor te zorgen dat de kinderen het goed hebben, gezien worden, en daarbij houdt ze het lijntje met de ouders kort. Op hun beurt zijn de kinderen op haar gesteld. Ze volgen netjes haar instructies op het toch wel chaotische schoolplein – aan een nog drukkere straat die straks moet worden overgestoken – en blijven bij haar in de buurt. Nadat bij de tweede school ook de laatste kinderen zijn opgehaald, vertrekt de groep richting de bso aan het Leeuwardenplein.
Heel wat uren
De kinderen lopen twee aan twee: de oudste van de groep voorop. Ze zijn uitgelaten, zitten vol verhalen en maken grapjes met elkaar. Ze kennen elkaar goed. Resida opent ’s ochtends vroeg de deuren van haar bso, zodat ze de kinderen ook voor de school begint al kan opvangen. Tijdens schooltijd werkt ze als ondernemer in de jeugdzorg, om vervolgens in de middag de bso weer te openen voor de naschoolse opvang. Dat betekent dat sommige kinderen heel wat uren per week aan haar zorg worden toevertrouwd. Een grote verantwoording die Resida graag oppakt. Het past bij haar, het zit in haar genen. Eens per maand opent ze ook gratis haar bso op zondagmiddag. Voor klanten én niet klanten, om ouders die dat nodig hebben een paar uur te ontlasten in de zorg voor hun kinderen.
Partner in de opvoeding
De bso van Resida is een mooi voorbeeld van hoe de kinderopvang echt de rol vervult van partner in de opvoeding. ‘Ik werk al vijftien jaar in de jeugdzorg en heb altijd het gevoel gehad dat ik te laat was op het moment dat ik bij een gezin – bij een kind – thuis kwam’, vertelt ze. ‘We kunnen doelen stellen, we kunnen nog zoveel meegeven aan een kind waar het bij gebaat is, maar de rugzak is al zo gevuld met ellende en negativiteit. Een kind moet zo sterk in de schoenen staan, wil het nog ombuigen en ouders moeten van zo ver komen, willen ze het anders gaan doen. Ik dacht: als ik zelf een bso start, dan heb ik deze kinderen veel uren onder mijn hoede en kan ik hun rugzak vroegtijdig vullen met positieve ervaringen.’ Zo gezegd, zo gedaan. Op 1 oktober 2024 opende ze de deuren van haar bso en in een paar maanden tijd heeft ze een fijne ontwikkelplek gecreëerd en de kinderen die hier komen in haar hart gesloten.
Even uitrazen
Bij binnenkomst is het eerst vrij spelen. ‘Ik laat de kinderen het eerste kwartier altijd even uitrazen’, vertelt Resida. De groene kamer is vandaag favoriet. Deze heeft een beetje een jungle-sfeer. De muren zijn bekleed met klimop, er liggen dino’s en blokken en er staat een tafel met twee diepe vakken in het midden, waarin gekleurde pasta ligt. ‘In deze kamer staat veel open einde speelgoed, waarmee kinderen hun fantasie de vrije loop kunnen laten.’ In het middelste deel van de bso is een grote open ruimte. Daar is de keuken en er staat een lange tafel waaraan de kinderen straks gaan eten. Ook daar wordt gespeeld. Met Kapla-plankjes en bouwspeelgoed met gekleurde kraaltjes.
Lekker naar buiten
Hoewel het weer vandaag niet uitnodigend is, gaan we als alle kinderen boterhammen en melk achter de kiezen hebben, naar buiten. De bso ligt op loopafstand van kinderboerderij Den Uylpark en de kinderen kennen de weg. Resida trekt zo veel mogelijk met de kinderen naar buiten. Tegenover de kinderboerderij ligt stadsbos Den Uylpark, een plek waar de bso-kinderen ook geregeld te vinden zijn. ‘Daar bouwen we hutten’, zegt Resida, wijzend naar het bos, terwijl de kinderen ondertussen het hek naar de kinderboerderij openen. Het is maar goed dat zij met de kinderen dagelijks naar buiten gaat en het bos opzoekt, ‘want sommige kinderen hebben nog nooit in het bos gespeeld als ze voor het eerst bij mij op de bso komen.’
Midden tussen de dieren
Waar ze wel eerder zijn geweest en wat inmiddels bekend terrein is voor de kinderen, is de kinderboerderij. Een geliefde plek van alle kinderen, hoewel sommigen het een stuk spannender vinden dan anderen wanneer de dubbele hekken naar de schapen- en geitenweide opengaan. Een meisje pakt wat stro uit het nachthok van de schapen en houdt het voor de snuit van een schaap. Het dier geeft geen kik. Hoopvol blijft ze het stro aanbieden, totdat haar wordt verteld dat ze beter hooi uit de voerbak kan pakken. Snel legt ze het stro terug, en een tel later knabbelen de diertjes enigszins plichtsgetrouw een paar sprieten hooi uit haar handjes. ‘Ieuw! Hij ging mij likken!’, roept het meisje dat het schaap voerde enigszins ontdaan. Er is nog veel meer te zien hier. De kinderen mogen in het konijnenhok. Ook daar worden de diertjes verwend met vers hooi. Anderen houden de dieren voor gezien en pakken loopfietsjes uit het schuurtje, waarmee ze de kinderboerderij verder verkennen. Niemand verveelt zich. Resida houdt het overzicht, maar heeft eigenlijk geen kind aan deze kinderen. Hier zijn ze op hun plek. Midden in de stad, maar ook midden tussen de dieren in de natuur. Een veilige haven, waar ze tot bloei komen. Waar hun rugzak gevuld wordt met mooie ervaringen.