Hun organisaties hebben bij elkaar ruim 8.500 kinderen op 96 locaties in Alphen aan den Rijn, Bodegraven en Zoetermeer. Met het NPO investeert de overheid de komende twee schooljaren in het onderwijs en in de uitdagingen die tijdens en door corona zijn ontstaan. 

Ingespeeld

Loes Weites is projectleider Integrale Kindcentra bij Junis. Voor de organisatie was het maken van het keuzeaanbod een logische stap: ‘Wij hebben sowieso al veel contacten en samenwerking met scholen.’ Junis en De Drie Ballonnen streefden ook hiervoor al naar een situatie waarin onderwijs en kinderopvang elkaar optimaal versterken. ‘We hebben hier beleid op IKC-vorming: alleen al het feit dat mijn functie bestaat, is landelijk gezien al een uitzondering. We hebben na het vrijkomen van de NPO-gelden erop ingespeeld door aan schooldirecteuren en -besturen te laten zien: dit is wat wij kunnen doen, dit is hoe wij kunnen ondersteunen. Door het maken van een brochure wilden we duidelijk maken hoe ze met ons de samenwerking kunnen vinden.’

Extra uren

Het keuzeaanbod is gebaseerd op de menukaart vanuit het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en bestaat onder andere uit kennis en inzet van pedagogisch medewerkers onder en na schooltijd, ondersteuning bij thema’s van de school, maar ook inzet of kennis bij peuter- en kleuterbegeleiding als onderdeel van de doorgaande ontwikkellijn van kinderen. ‘In de praktijk hebben vooral bso-medewerkers extra uren erbij gekregen om klassen onder schooltijd te ondersteunen. En dan vooral op IKC’s, waar de samenwerking met bso sowieso al intensiever is’, vertelt Weites. 

Verbinding

Met een brochure over het keuzeaanbod laat Junis de mogelijkheden zien waarop scholen gebruik kunnen maken van de expertise van de kinderopvang, inclusief uitleg over de verschillende contractsvormen. De verschillen in wetgeving en cao’s voor onderwijs en kinderopvang hoeven zo geen struikelblok te zijn. Weites heeft vanuit haar functie veel oog voor de verbinding: ‘De medewerkers worden aangestuurd door de clustermanager en die staat weer in contact met de schooldirecteur. Mensen worden gestimuleerd om met elkaar om de tafel te zitten.’

Stroomversnelling

De reacties op het aanbod waren wisselend maar overwegend positief. ‘Binnen het onderwijs zijn er studiemomenten geweest om de plannen met het NPO te bespreken, waarbij de brochure mee is genomen’, vertelt Weikes. Scholen moesten voor de zomer een ‘scan’ doen en een plan maken, dus we wilden voor die tijd ons aanbod op tafel hebben liggen. Dat is gelukt, en de interesse om bso-medewerkers in de klas in te zetten als onderwijs- of klassenassistent, is in een stroomversnelling gekomen. We gaan natuurlijk nog evalueren in het voorjaar, maar we verwachten dat de combinatiefuncties blijven bestaan’.