‘Veel pedagogisch medewerkers schrikken ervan als twee kinderen elkaar in de haren vliegen. Ze zien het als agressie’, zegt Natasja de Kroon. Ze studeerde orthopedagogiek en is nu docent op de pabo. ‘Toch kunnen kinderen heel veel leren van ruziemaken, mits ze dit doen op een gezonde manier. Ruziemaken gaat namelijk over het aangeven van grenzen en aan elkaar laten zien waar je staat. Nee leren zeggen en taal geven aan je gevoelens. Hoe mooi is het dat we ze deze vaardigheden kunnen aanleren? Het is prima als het even knalt, als je daarna maar weer gewoon met elkaar door een deur kunt.’
Hoe leer je kinderen om te gaan met ruzie?
‘Als kinderen een conflict hebben, is het belangrijk om nabijheid te bieden,’ zegt Natasja. ‘Hou in de gaten of ze er zelf uitkomen of niet. Als je dit niet zeker weet, kun je ook aan de kinderen vragen of ze hulp nodig hebben. Natuurlijk gaat dat zelf oplossen vaak genoeg ook helemaal niet goed. Dat is niet erg. Besef dat we een groot beroep doen op sociale vaardigheden die deze kinderen misschien nog helemaal niet hebben. Kinderen missen vaak nog de taal om uiting te geven aan hun gevoelens. Wij kunnen ze leren om uit te spreken wat er in ze omgaat. Demonstreer aan de kinderen hoe je de situatie op een fijne manier zou kunnen oplossen. Zeg bijvoorbeeld: “Ik hoor jou zeggen dat je wilt dat hij daarmee ophoudt. Klopt dat?”’
Positiviteit is besmettelijk
‘Positiviteit is besmettelijk, ook voor kinderen,’ vertelt Natasja. ‘Als je iemand in een conflict bijvoorbeeld hoort zeggen: “Stop, hou op”, vertel dan dat je het knap vindt dat dit kind zijn grens aangeeft. Als je conflicten ziet als leermomenten, kun je aan het einde van de dag beseffen dat jullie veel hebben geleerd. Ook maakt het uit of je zegt: “Jullie zijn veel te druk vandaag” of: “Wat hebben jullie vandaag veel energie!”’
Gezellige dag
Natasja beaamt dat positief blijven niet altijd gemakkelijk is. ‘Soms is dat echt even toneelspelen. Maar probeer uit te stralen dat het een leuke, gezellige dag is. De kinderen kijken namelijk de hele tijd naar jou. Als ze zien dat je blij bent, merken ze dat je alles nog onder controle hebt. Dan denken ze: niets aan de hand, we hebben gewoon even ruzie gehad. Vertel ook iedere dag weer wat je wél wilt zien. Natuurlijk hoef je elkaar niet allemaal even aardig te vinden, maar blijf herhalen dat we hier op een respectvolle manier met elkaar omgaan.’
Ruzie of pesten?
Volgens Natasja is het heel belangrijk om het verschil te zien tussen een “gewone” ruzie en pesten. ‘Bij ruzie staan twee assertieve kinderen tegenover elkaar. Bij pesten doet of zegt iemand iets naars tegen een ander. Daar moet je zeker iets van zeggen, ook als het lijkt of de gepeste persoon het niet erg vindt. Je kunt dan bijvoorbeeld zeggen dat je het zelf niet prettig vindt dat er zo tegen elkaar wordt gesproken, zelfs als de ander zegt dat het hem niet stoort. Vaak zeg ik iets als: “O jee, nu heb je per ongeluk gepest. Hoe kun je het nu weer goedmaken?” Zo hou je het luchtig.’