Zeven landelijke organisaties, waaronder het Voedingscentrum en de Hartstichting roepen in een brief de ministers van Volksgezondheid en Onderwijs Schippers en Van Bijsterveldt op om op basisscholen en middelbare scholen een gezonde en sportieve leefomgeving te creëren.
Vijf uur sportper week, ook na school
Paul Rosenmöller voert namens de zeven organisaties het woord en doet vijf concrete aanbevelingen om het gezonde aanbod op scholen te stimuleren. Vijf uur sport per week, voor, tijdens en na school, minimaal 2 uur per week per kind lichamelijke opvoeiding door speciale leerkrachten, alle middelbare scholen moeten een gezonde schoolkantine krijgen, ouders actief betrekken bij het gezondheidsbeleid van de school en integratie van gezonde voeding en beweging in het lesprogramma. Als voorbeeld noemt de organisaties de Prins Bernardschook in Zoetermeer.
Cijfers
De cijfers spreken voor zich: 13 procent van de kinderen van 2-20 jaar hebben overgewicht, 2,1 procent heeft obesitats. Slechts 41 procent van de basisscholen biedt activiteiten ter preventie van overgewicht aan. Ook blijkt uit onderzoek dat er een verband is tussen betere leerprestaties en gezonde voeding en voldoende beweging. De zeven organisaties zetten zich in voor een samenhangende en duurzame aanpak van gezonde voeding en voldoende en verantwoord sporten en bewegen op scholen, waarbij scholen nauw samenwerken met de gemeente, de GGD, lokale bedrijven en de sportverenigingen.
Wie zijn de zeven?
De brief is een initiatief van Convenant Gezond Gewicht, het Voedingscentrum, de KVLO, de Hartstichting, Consument en Veiligheid, het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB) en het Platform Sport, Bewegen en Onderwijs.
Foto: Stock.XCHNG
