Leerkrachten hebben sinds kort te maken met het protocol Begrensd Gedrag. Hierin is fysiek contact met leerlingen beperkt tot functionele aanrakingen zoals het geven van een hand. Uiteraard zijn extreem ongewenste aanrakingen zoals misbruik en mishandeling niet toegestaan, maar ook alle aanrakingen in het grijze gebied zijn verboden. Mark vindt dit niet effectief. ‘Er zijn vormen van aanraking, denk aan een aai over de bol of troosten bij verdriet die voor professionele opvoeders net zo vanzelfsprekend zou moeten zijn als voor ouders.’

Dit zegt ze in een reportage van EenVandaag. Mark waarschuwt voor een generatie kinderen die leert dat aanraken niet iets natuurlijks is. Ze denkt dat het kinderen isoleert om aanrakingen te verbannen. Mark denkt dat leerkrachten geen protocol nodig hebben om te weten wanneer een aanraking ongewenst is. ‘Waar de grens ligt, weten we allemaal. Daar heb je geen kompas voor nodig.’ Zij roept ouders op om in plaats van angst te verspreiden, te investeren in een vertrouwensband met die andere opvoeder: in het onderwijs, in de kinderopvang enzovoort.

Mannelijke opvoeders

In dezelfde reportage komen twee professionele opvoeders aan het woord. Robert Mienstra is docent en begeleidt kinderen in het project Playing for succes om hun zelfvertrouwen te vergroten. Hij merkt dat vooral mannelijke opvoeders niet meer weten hoe zij zich moeten gedragen ten opzichte van kinderen. Zelf merkt hij vrijwel dagelijks hoe belangrijk een kleine fysieke aanraking is om kinderen op hun gemak te stellen. ‘Laatst liep een meisje boos weg en ging midden op de weg zitten. Ik ging naast haar zitten. We zwegen. Toen ik kort mijn arm om haar heen legde, begon ze te huilen. Daarna ging ze praten.’

Bekijk hier de reportage van EenVandaag terug >>