
Kabátek keek naar de lange en de korte termijn voor het beantwoorden van zijn vraag. Voor de korte termijn blijken beide opties even goed te werken. Op de langere termijn treedt er wel een verschil op. Het bieden van fiscale kortingen, zoals de inkomensafhankelijke combinatiekorting en de arbeidskorting, is een veel goedkopere manier om de arbeidsparticipatie van moeders te verhogen. Kinderopvangsubsidie (of -toeslag) leidt tot een hoger geboortecijfer. Dat is gunstig als bevolkingsgroei een politiek doel is (bijvoorbeeld om vergrijzing tegen te gaan).
Kindertal
Maar Kabátek waarschuwt voor uit de hand lopende kosten door te investeren in kinderopvangtoeslag. ‘Fiscale kortingen worden steeds goedkoper. Vrouwen die de arbeidsmarkt zijn opgegaan, hebben de kans op een betere positie en een hoger inkomen. De opbrengst van die prikkel wordt steeds groter, terwijl de kosten hun plafond hebben bereikt.’ Omdat kinderopvangsubsidie invloed hebben op het kindertal, moet voor steeds meer kinderen subsidie worden gegeven en lopen die kosten volgens de promovendus uiteindelijk uit de hand.
Bezuinigingen kinderopvang
Om tot deze conclusie te komen, analyseerde Jan Kabátek miljoenen gegevens van Nederlandse huishouden tussen 2001 en 2009. Op grond daarvan ontwierp hij verschillende modellen voor de beslissing van moeders met jonge kinderen om al dan niet te gaan werken. In de door hem onderzochte periode, werden er flinke hervormingen doorgevoerd in subsidies voor kinderopvang en in fiscale prikkels. Met name de bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag, leidde tot een grote verschuiving naar opvang in het informele circuit.
Discussie
Er is nog altijd veel discussie over de effecten daarvan op de arbeidsparticipatie van vrouwen. Cijfers van het Centraal Planbureau tonen aan dat er een verband is tussen kinderopvangtoeslag en arbeidsparticipatie van moeders. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) zien geen verband.

Advies- en onderzoeksbureau Buitenhek Management & Consult vindt dat het CBS wel heel selectief heeft geshopt in de beschikbare data van arbeidsparticipatie van ouders. Want vergelijk je 2011 met 2013, dan laten de cijfers een heel ander beeld zien. Lees meer >>
Klik op de website van Jan Kabátek voor het volledige proefschrift >>