Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘De pedagogisch medewerker maakt het verschil’

Kwaliteit

De vaardigheiden van de pedagogisch medewerker zijn cruciaal voor de kwaliteit in de kinderopvang. Dat stelt Lotte Henrichs, onderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Zij deed onderzoek naar de kwaliteit van voorschoolse voorzieningen in de gemeente Utrecht.

Het juiste opleidingsniveau, de groepsgrootte en de leidster-kindratio zijn belangrijke, maar niet voldoende voorwaarden voor een kwalitatieve opvang, concludeert Henrichs. De interactie tussen de pm’er en het kind, de kwaliteit van het spel, de aandacht voor het samen leren, taalaanbod en zelfregulatie zijn heel belangrijke processen om de taalvaardigheid en ontwikkeling van kinderen te ondersteunen. ‘Maar aan het eind van de keten maken de persoonlijkheid en de vaardigheden van de pedagogisch medewerkers het verschil’, zegt Henrichs.

Verbeteren
Het onderzoek waar Henrichs aan werkt, stelt de niet alleen de kwaliteit van voor- en vroegschoolse voorzieningen vast, maar tijdens het onderzoek proberen de onderzoekers samen met de pedagogisch medewerkers, leerkrachten, werkbegeleiders en andere betrokkenen de kwaliteit meteen te verbeteren.

Sfeer
Zo bleek dat er in 2010-2011 in de kinderopvang en voorscholen in de gemeente Utrecht laag gescoord werd op het educatieve domein. Er is over het algemeen een positieve sfeer en ook met de sensitiviteit van de leidsters zit het goed. Maar voor taalstimulering, de mogelijkheid om te leren en de kwaliteit van de feedback blijven de scores achter. Worden kinderen bijvoorbeeld gestimuleerd om iets wat ze eerder geleerd hebben opnieuw toe te passen? Of organiseren de pm’ers activiteiten die kinderen aanmoedigen om te analyseren en te redeneren?

Niks doen
Henrichs kwam volgens haar ‘shockerende’ resultaten tegen bij observaties van de peuters in Utrecht. ‘Zo’n 20 procent van de tijd doen kinderen niks duidelijks. 16 procent van de tijd zijn ze bezig met opruimen en overgang naar een andere activiteit en 12 procent van de tijd zijn ze alleen maar bezig met eten en drinken.’ Een behoorlijk percentage waarin nog veel winst valt te behalen, vindt de onderzoeker. ‘We zagen dat het behoorlijk stil kan zijn onder het eten en drinken. Dat is zo zonde, want ook tijdens het eten kun je het hebben over dat een komkommer groente is en een banaan fruit.’

Wetenschap
‘De VVE bereikt kinderen in Utrecht wel, maar de kwaliteit laat te wensen over’, concludeert Henrichs. Ze pleit voor meer samenwerking tussen wetenschap en praktijk. Tijdens het onderzoek leerden de pm’ers on the job hoe ze hun aanpak konden verbeteren. ‘En dat heeft meteen effect’, belooft Henrichs. Ook zou het vroegonderwijs moeten investeren in een systeem dat de kwaliteit kan bewaken, meent ze.

Door: Alexandra Sweers
ANP Photo, Koen Suyk

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.