Allereerst zette de Raad van State vraagtekens bij de harmonisatie waarbij de regelgeving voor peuterspeelzalen volledig gelijk wordt getrokken aan die voor kinderdagverblijven. Terwijl kinderdagverblijven zich richten op kinderen van 0-4 jaar richten peuterspeelzalen zich op kinderen van 2-4 jaar. De Raad van State begrijpt dan ook niet de noodzaak van het gelijktrekken van kwaliteitseisen. Volgens de Raad van State zouden de twee opvangorganen andere doelen hebben: kinderopvang is er voor kinderen van werkende ouders, peuterspeelzalen is er om peuters zich spelend te laten ontwikkelen. Waarom deze vormen toch geharmoniseerd moeten worden, moet daarom beter gemotiveerd worden.
De Raad van State uitte meer kritiek op de wetsvoorstellen van minister Asscher. Ze willen ook een betere onderbouwing van het wetsvoorstel Innovatie en kwaliteit kinderopvang. Lees meer
Werkende ouders
Vanuit de branche klonken op social media al vraagtekens bij de inhoudelijke feedback van de Raad van State. De doelstelling van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk schuift al jaren dichter naar elkaar toe. Kinderen leren op kinderdagverblijven ook spelenderwijs. Verder klopt de aanname van de Raad van State dat werkende ouders alleen gebruikmaken van kinderopvang niet. Onderzoeksbureau Buitenhek toonde onlangs aan dat werkende ouders ook veelvuldig gebruikmaken van peuterspeelzaalwerk.
Ik vraag me af of de Raad van State onder een steen vandaan komt. Ze beschrijven een speelveld dat volstrekt de plank misslaat. Treurig! https://t.co/xMjo36pSB9
— Corona Sanders-Koek (@CoronaSK) November 2, 2016
Gelijk speelveld
Brancheorganisatie Kinderopvang verwacht dat de harmonisatie voor meer eenduidigheid in regelgeving, gelijke kwaliteitseisen voor alle voorzieningen en een gelijkwaardig financieringssysteem zorgt. De harmonisatie zorgt volgens de Brancheorganisatie voor een gelijk speelveld dat er nu niet is. Daarnaast voorkomt het de ongewenste versnippering van voorzieningen voor jonge kinderen. ‘De Brancheorganisatie schaart zich unaniem achter het uitgangspunt van het ministerie voor keuzevrijheid en werkt hierin graag samen met ouders, gemeenten en onderwijs.’
Groter bereik
De harmonisatie van peuterspeelzaallocaties kan ook een aanloop zijn naar een groter bereik onder peuters. De Brancheorganisatie signaleerde dat ongeveer 40.000 peuters (20 procent) niet naar een peutervoorziening gaan. De organisatie is hierover in gesprek met de ministeries van Onderwijs en Sociale Zaken om kinderopvang nog toegankelijker te maken voor alle kinderen.