Staatssecretaris Dijksma lijkt vast te houden aan de introductie van twee vormen van gastouderopvang vanaf januari 2010. Dat valt althans op te maken uit de laatste nieuwsbrief kinderopvang (nr 3) van haar ministerie. De nieuwsbrief meldt dat in de kabinetsplannen nog steeds onderscheid gemaakt wordt tussen “professionele gastouderopvang” en “thuisopvang”. Volgens de nieuwsbrief is de Tweede Kamer in juni 2008 zelfs al akkoord gegaan met deze plannen. Dat is nogal voorbarig: de Kamer is in afwachting van het kabinetsvoorstel voor de herziening van de Wet kinderopvang. Dat voorstel wordt pas in het eerste kwartaal van 2009 verwacht. Dan pas zal blijken hoeveel steun er in de Kamer is voor de kabinetsplannen.
Drie stellingen over kabinetsplan gastouderopvang
In mijn vorige weblog schreef ik dat elk toekomstplan voor de kinderopvang getoetst moet worden op zijn effecten op toezicht, kwaliteit en kosten. Wat valt er vanuit dat perspectief te zeggen over het kabinetsplan, hoe onzeker we over de invulling daarvan ook zijn? Ik durf de drie volgende stellingen wel aan:
- Toezicht op de gastouderopvang wordt moeilijker.
- Kwaliteit van gastouders wordt minder inzichtelijk.
- Kosten blijven onberekenbaar.
Grote vraagtekens bij uitvoerbaarheid
Een korte toelichting. Met twee vormen van gastouderopvang wordt het toezicht ingewikkelder. Het lukt GGDs en gemeenten al niet om op één vorm van gastouderopvang effectief toezicht te houden, laat staan als dat er twee worden. Om trouwens nog maar niet te spreken over het gedoe bij de belastingdienst die straks moet nagaan of ouders voor vergoeding op basis van het ene of het andere uurtarief in aanmerking komen!
Waarom onderscheid tussen de ene en de andere gastouder?
Gastouders en gastouderbureaus moeten op dit moment aan één pakket kwaliteitseisen voldoen. In april 2008 zijn deze eisen nog aangescherpt. Het aanbrengen van twee kwaliteitsniveaus terwijl de inkt van de eisen uit april jl. nog maar nauwelijks droog is, getuigt niet alleen van een weinig koersvaste visie op de gastouderopvang. Ouders weten ook niet meer precies waar ze aan toe zijn. Welke gastouder voldoet straks nou aan welke eisen en waarom is er onderscheid tussen de ene en de andere gastouder?
Tenslotte: hoe het onderscheid tussen twee vormen van gastouderopvang moet leiden tot kostenbesparing op de kinderopvangtoeslag is volstrekt onduidelijk. De grootste kostenbesparingen in de kinderopvangtoeslag zijn te boeken met maatregelen die de hele kinderopvang raken: koppelen van declarabele uren aan gewerkte uren, plafond voor aantal declarabele uren en verbod op vergoeding van niet werkelijk gebruikte uren.
De grote vraag is dus wat de staatssecretaris wil bereiken met haar plan om met twee typen gastouderopvang te gaan werken? We wachten af …
Meer weten over gastouderbureau Mr Nosey? Kijk dan op www.mrnosey.nl
Meer weten over het Platform Kwaliteit Gastouderopvang? Kijk dan op www.pkgo.nl.
