Waarschijnlijk vind jij er iets anders van dan je collega. En ik heb weer een andere mening dan jij. Want we nemen allemaal onze eigen normen en waarden mee, en dat is ook prima! Althans, tot op zekere hoogte…
Maar hoe bepaal je dan met collega’s wat precies acceptabel, normaal of te tolereren is? Hoe maak je dit soort seksueel gedrag bij kinderen objectief bespreekbaar? Hier kun je het Vlaggensysteem voor inzetten als tool.
Objectieve meting: het Vlaggensysteem
Het Vlaggensysteem is een ongelooflijk krachtig middel om seksueel gedrag in je organisatie bespreekbaar te maken – niet alleen met collega’s maar ook met de kinderen en ouders. Het Vlaggensysteem geeft je een objectieve nulmeting. Zeker in organisaties waar dit soort discussies groot en ingewikkeld lijken is het onmisbaar om zo’n objectief instrument in handen te hebben.
In organisaties die met de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling werken is het Vlaggensysteem een belangrijk onderdeel van de meldcode, namelijk stap 2: collegiale consultatie. Een onmisbare tool dus, om zorgelijk gedrag te duiden en erop te kunnen reageren.
Bij kinderen die seksueel gedrag vertonen schrikken we vaak. Veel mensen focussen dan op het negatieve gedrag (“Hé, doe eens even normaal!”) en vergeten te vertellen wat er goed gaat. Terwijl dat wel belangrijk is.
‘Hoe moet je reageren in het geval van de ‘wc-situatie’?’
In organisaties waar het Vlaggensysteem wordt gebruikt wordt er vaker én positiever gesproken over seksualiteit. Kinderen voelen zich minder afgewezen en groeien beter beschermd op. En: de mensen in deze organisaties zijn nog beter in staat om een pedagogische en adequate reactie te geven naar kinderen, ouders en collega’s. Het Vlaggensysteem maakt het leven voor professionals wat makkelijker.
Ik had je nog mijn tip beloofd: hoe moet je reageren in het geval van de ‘wc-situatie’, waarbij het gaat om twee kinderen van dezelfde leeftijd die aan elkaar frunniken?
Daarbij gebruik je de criteria van het Vlaggensysteem in je achterhoofd. Een gepaste reactie kan bijvoorbeeld zijn: “Wat leuk dat jullie zo’n lol hebben, maar ik ben wel verbaasd om jullie hier zo te zien. Want ik zie dat Lonneke haar broek en onderbroek omlaag heeft. Willen jullie dit allebei? Ja? Oké. Heel logisch en begrijpelijk dat jullie nieuwsgierig zijn naar elkaar. Maar doe dat maar niet hier, waar iedereen jullie kan zien. Het is beter om dat bijvoorbeeld thuis te doen, op je eigen kamer.”
Hoe gaan jullie als collega’s eigenlijk om vergelijkbare lastige, juist grappige, soms gênante of ook zorgelijke situaties? Zijn er collega’s opgeleid in het Vlaggensysteem?
Mijn tip is: ga eerst eens rondvragen. Stel jezelf en anderen de vraag: hoe gaan wij hiermee om? Wat hebben wij nodig om hier goed op te reageren en ga het gesprek met elkaar aan. Het thema seksualiteit is toch een thema dat we vaak laten liggen en dat is zonde.
Week van de Lentekriebels
Van 20 tot 24 maart is het de Week van de Lentekriebels, met als thema: ‘Wat vind ik fijn?’. Deelnemende scholen geven een week lang les over weerbaarheid, relaties en seksualiteit. De projectweek helpt om deze thema’s structureel in het schoolplan op te nemen.
Ook de kinderopvang kan hier het eigen voordeel mee doen. Neem eens een kijkje naar het lesmateriaal wat voor het onderwijs is ontwikkeld en kijk of je het thema van dit jaar ook eens bespreekbaar kunt maken.
Blog Naomi Dessaur – Dossieropbouw bij zorgen rondom kind? Niet doen!
Dossiervorming is niets meer dan de feiten en voortgang van een kind, dat jij begeleidt, bijhouden. Dat doen we zodat een casus overdraagbaar is, zodat we terug kunnen kijken, maar we doen het zeker ook voor het gezin zelf. De laatste jaren hoor ik professionals in de kinderopvang en het onderwijs steeds vaker praten over de term ‘dossieropbouw’; het verzamelen van bewijslast bij zorgen over een kind. Maar dit mag in de meeste gevallen helemaal niet… Lees de vorige blog van Naomi Dessaur