Het leek me ook heerlijk om niet meer in een marktgedreven omgeving te werken. Ik denk dat winstgedrevenheid wat met een onderneming doet en dat het doorsijpelt naar iedereen in de onderneming.
Ik kwam er pas achter toen ik invaller werd, dat merendeel van de kinderopvangorganisaties winstgedreven was. Ik viel in bij organisaties waar pedagogisch medewerkers zó hard aan het werk zijn en zoveel liefde voelen voor ‘hun’ baby’s. Maar tegelijkertijd zie ik hoe andere krachtenvelden de lol in het werk voor vaste pedagogisch medewerkers én de kwaliteit van de zorg voor de baby bedreigen.
Cijfers leidend
Een van deze krachtenvelden is de investeerder. De investeerder van een kinderopvangorganisatie heeft alleen oog voor de cijfers; hoeveel rendement en winst wordt er gemaakt? Dat wil niet zeggen dat daarmee de zorg voor de baby niet goed is; het is allemaal subtieler dan dat. Waar het wel voor zorgt is dat de cijfers, ben ik bang, leidend zijn boven het welzijn van de werknemer. Ja, er wordt van alles gedaan tegenwoordig om de pedagogisch medewerker gezond te houden: een gratis fiets, een masseuse die langskomt, een gezonde lunch. En toch zie ik ook: er komt steeds meer op het (metaforische) bordje van de pedagogisch medewerker terecht.
‘Medewerkers gaan een andere baan zoeken of krijgen een burn-out. Terwijl de intrinsieke motivatie, zorgen voor de baby, groot is en niet verdwijnt’
Waarom? Volgens mij omdat extra taken geven aan de pedagogisch medewerker geen geld kost, volgens de kosten-column in de excelsheet. En omdat de GGD steeds meer regels invoert, is de pedagogisch medewerker de klos.
Krachtenvelden wringen
Op korte termijn kost dit niks. Op lange termijn, heel veel. Ik denk dat het flinke tekort hier een gevolg van is. Medewerkers gaan een andere baan zoeken of krijgen een burn-out. Terwijl de intrinsieke motivatie, zorgen voor de baby, groot is en niet verdwijnt.
Uiteindelijk kost dit de organisatie veel geld. Maar dat zou niet eens het argument moeten zijn. In een ideale wereld zouden we überhaupt de pedagogisch medewerker meer waarderen en daarbij beschermen. Omdat we hen als maatschappij zo erg waarderen. Voor hun empathie, hun tomeloze energie, hun zorgzaamheid, hun fijnzinnigheid. Dat zij zorg dragen voor ons grootste goed: onze baby, ons jonge kind. En daarnaast zouden we het beroep van pedagogisch medewerker aantrekkelijker maken en beter beschermen omdat we de zorg van onze baby’s willen waarborgen.
Investeerders zijn geen slechte wezens, je kan alleen niet van hen verwachten dat zij hun werk goed doen én 100% zorgen voor de bescherming van de baby en de pedagogisch medewerker. Beide krachtenvelden wringen met elkaar.
Ach ja. Een beetje kort door de bocht denk ik. Misschien een gevoel als econoom? Het is niet alleen de investeerder. Alles draait om geld helaas. Misschien moet je bijv. ook eens duiken in het onderwijs. Geen investeerders maar ook daar zouden ze best wat meer geld kunnen gebruiken om groepen kleiner te kunnen maken en kinderen aan boord te kunnen houden die net iets meer vragen. (En de werkdruk in het onderwijs hoef ik niet eens te benoemen toch?) Maar ook dat zit er vaak niet in omdat we uiteindelijk allemaal te maken hebben met financiële grenzen. Of het nu investeerders zijn of een overheid.