Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog Karin Westerbeek – Mijn peuter is het slimst!

Het leven van een peuter in Amerika is niet altijd gemakkelijk. Niet als je ouders arm zijn, want dan zijn er weinig goede voorzieningen waar je op kunt terugvallen, en heb je weinig kansen. Maar ook niet als je ouders tot de grotestadselite behoren. Want dan wordt er van je verwacht dat je superhoge testscores behaalt, zodat je naar een goede preschool kan. Voor kinderdagverblijven betekent dat: ouders die eisen dat je hun kind tot hoge testscores brengt.
Blog Karin Westerbeek - Mijn peuter is het slimst!

Vooral in grote steden als New York sturen de rijkste ouders hun kinderen graag naar exclusieve privéscholen. Sommige daarvan zijn zó populair dat er lang niet genoeg plek is voor iedereen die zich aanmeldt. Ouders vechten elkaar de tent uit om een plekje voor hun kind te bemachtigen. Op een aantal van die scholen kom je als kind alleen binnen als je de allerhoogste testscores hebt. Op een gangbare gestandaardiseerde toets voor peuters moet je kind bij de 1 procent beste horen om te worden toegelaten; je moet een score van 99 behalen.

Dat leidt tot rare dingen. Tenminste, in mijn ogen raar. Ouders praten tijdens dineetjes over weinig anders dan over de testscores van hun peuters. Er wordt opgeschept als ze inderdaad een 99-score in de wacht hebben weten te slepen. In de New York Times stond zelfs een verhaal over ouders die een groot feest gaven vanwege de score van hun driejarige op de toets. (Er stond niet bij of er ook kinderen uitgenodigd waren die géén 99 gehaald hadden). Het hele gedoe leidt ook tot teleurgestelde ouders die balen dat hun kind ‘maar’ een 68 gehaald heeft. Of een 94. Dan hoor je ouders zich excuseren tegenover andere ouders. Ze zeggen dat hun kind toevallig net een rotdag had. Dat het een beetje misselijk was en daarom de test niet goed gemaakt had. Dat het toevallig net zindelijk aan het worden was, en dat dat zo onhandig tegelijk viel.


‘In de New York Times stond zelfs een verhaal over ouders die een groot feest gaven vanwege de score van hun driejarige op de toets’

Wat doet dat met een kind, vraag je je af? Dat je als je drie bent al zo wordt afgerekend op je scores. Dat je de nauwelijks verholen teleurstelling van je ouders ziet als je je testje niet goed gedaan hebt. Dat testje waarvan de juf notabene zei dat het maar een spelletje was… En is het geen gek gevoel als kind, als je ineens midden tussen de slingers en de taart zit alleen maar omdat je blijkbaar wat goede vakjes hebt aangekruist en het goede antwoord gaf op de vragen van de juf?

Ook voor de kinderdagverblijven geeft het nogal wat stress. Ouders verwachten veel, héél veel. Want aan die fantastische testscores moet niet alleen thuis, maar natuurlijk ook op het kinderdagverblijf stevig gewerkt worden. Dat vinden de meeste pedagogisch medewerkers niet erg leuk – al die focus op prestaties, al zó vroeg. En dus niet om het kind te helpen, maar om het af te rekenen.

Ik ben blij dat deze taferelen in Nederland niet bestaan. Want anders had je vast geen tijd om mijn blog te lezen.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.