Om de bso-kinderen zoveel mogelijk aan te bieden en ook zo divers mogelijk, werken we met een activiteitenstructuur op onze bso die een beroep doet op verschillende ontwikkelingsgebieden: natuur en techniek, sport en bewegen, theater en muziek, kunst en cultuur. Veelzijdigheid dus: voor ieder wat wils. Maar na school gun ik kinderen ook de ruimte om zelf tot activiteiten te komen.
Soms zijn ze gewoon moe en willen ze even hangen op de bank en dat moet ook kunnen. Andere kinderen hebben de behoefte om steeds met hetzelfde te willen spelen. Ook daarvoor moet ruimte zijn, al zijn er vanwege het verslavende karakter van computerspelen wel restricties in mijn groep. Zolang je ziet dat een kind geboeid blijft door waar het mee bezig is dan kan dat best een tijdje duren.
‘De activiteitenstructuur is wat mij betreft een middel en geen doel op zich’
Jongens in mijn groep hebben een legostad gebouwd. Al heb ik meerdere keren geopperd om het op te ruimen of weer eens te verbouwen, als groep blijven ze geboeid door het geheel dus het centrum van de stad blijft intact. Ook dat is kinderen volgen. En ja, natuurlijk zijn er kinderen die aan het begin van de middag meteen verwachtingsvol aan je vragen wat we die middag gaan doen, daaraan kom ik tegemoet door iets van de lijst te kiezen.
Zo ook op vakantiedagen die te lang zijn voor vrij spel. Als je zelf aan een activiteit begint die nieuw is dan komen er al gauw kinderen kijken wat je aan het doen bent. Dan wordt het op die plek gezellig en voor je weet zit de hele tafel vol! De activiteitenstructuur is wat mij betreft een middel en geen doel op zich. Maar om nieuwe dingen te ontdekken, moet je weleens het oude een dagje laten staan!