1 tot 3 jaar
Een slee, een sneeuwbal, een sneeuwpop van piepschuim, wanten, een muts, een schaats. Vertel in de hoek een verhaal over de winter, over schaatsen en sneeuwballen gooien. De kinderen hebben elk een bakje en als ze het juiste voorwerp aanwijzen tijdens het verhaal of de juiste benaming weten, krijgen ze een ijsklontje in hun bakje. Na het voorlezen ga je er mee om tafel en ga je smelten, voelen en proeven.
2 tot 4 jaar
Lekker smelten. Elk kind heeft een paar ijsklontjes in een schaaltje. Voel hoe koud dat is. Langzaam gaat het een beetje smelten. Schenk er handwarm water bij. Eerst is de water warm aan je vingers, maar dan wordt het kouder door het smeltende klontje. Verdwijnt het klontje helemaal? Waar is het nu? Laat kinderen allerlei (veilige) temperaturen voelen, een slokje koud en warm water nemen en herhaal de termen: koud, warm, lauw, ijs, smelten, water.
4 tot 6 jaar
Maak van tevoren ijsklontjes met voedselkleurstof in de kleuren geel, rood en blauw. Erg leuk voor de kinderen om te leren hoe een blauw en een rood ijsklontje uiteindelijke paars water maken. Laat hen experimenteren met het maken van oranje en groen water.
Andere activiteiten: