Dat concludeert Nationale ombudsman Reinier van Zutphen in een vandaag verschenen rapport. ‘De Belastingdienst heeft de ouders door deze ongenuanceerde aanpak in een onmogelijke positie, grote financiële problemen en langdurige onzekerheid gebracht.’
Bericht
Half juli 2014 kregen de 232 gezinnen het bericht dat de Belastingdienst hun kinderopvangtoeslag per 1 september zou stopzetten vanwege een vermoeden van misbruik. Pas daarna vroeg de Belastingdienst de ouders om bewijsstukken. Ook moesten bijna alle 232 gezinnen de al ontvangen toeslag over de voorgaande jaren terugbetalen.
Problemen
‘Veel ouders komen in de problemen: ze moeten hun kind van de opvang halen omdat die niet meer te betalen is en geven -in het slechtste geval- hiervoor hun werk, opleiding of reïntegratie-traject op. Pogingen van de ouders om vanaf september 2014 opnieuw kinderopvangtoeslag aan te vragen, mislukken’, meldt het rapport.
Bezwaarschriften
Een grote groep ouders maakt bezwaar. ‘Bij 41% van de bezwaarschriften doet de Belastingdienst vervolgens anderhalf jaar langer over de behandeling dan wettelijk toegestaan is. Al die tijd weten de ouders niet waar zij aan toe zijn. Op dit moment zijn bijna alle bezwaren behandeld. Van die bezwaren is 51% tot nu toe gegrond verklaard.’
Onschuldige slachtoffers
Van Zutphen: ‘De Belastingdienst moet oog hebben voor het burgerperspectief. Dat betekent een proportionele en behoedzame aanpak, die geen onschuldige slachtoffers maakt. In dit geval had de Belastingdienst alle 232 betrokkenen op voorhand al schuldig verklaard door de kinderopvangtoeslag stop te zetten. Misbruik opsporen en bestrijden is noodzakelijk, maar nu heeft de Belastingdienst een veel te rigoureuze aanpak gekozen . Dat moet bij toekomstige acties dus anders en in deze zaak verdienen de getroffen gezinnen compensatie.’
Excuses
Volgens de ombudsman heeft de Belastingdienst beloofd zijn werkwijze aan te passen en de ombudsman hierover te informeren. ‘De ombudsman beveelt de Belastingdienst aan de getroffen ouders excuses te maken en hen tegemoet te komen in het ondervonden leed.’