Het begon bij Marc Dutroux, de psychopaat die zich aan kinderen vergreep en ze vermoordde. Ik mijmer over het keerpunt in mijn werk waarbij ik me er bewuster van werd dat ouders met angst voor misbruik rondliepen en dat ik, ook al leek het overdreven, nog duidelijker moest gaan worden in mijn handelen.
Een meisje dat in het verscholen fietsenschuurtje aan me vroeg om te checken dat ze inderdaad niet in haar broek geplast had nam ik mee naar buiten om dat in een niet afgezonderde plek te bekijken. Dat had ik een jaar daarvoor spontaan meteen gedaan, schuurtje of niet…
‘Oké, ik kom kijken…maar wel met de wc-deur op een kier’
Wat we toen nog niet eens wisten is dat er jaren later vreselijke zedenzaken aan het licht zouden komen zoals in Amsterdam. Dat gaf mijn vak het laatste duwtje wat volledig vertrouwen betreft en een ongeschonden imago. Dankjewel Robert M. en consorten…
Om zulke toestanden te voorkomen accepteer ik al die maatregelen die dat kunnen. We zijn de onschuld en onwetendheid voorbij. Het gebouw kan al een verschil maken; veel glas en gemakkelijk te overzien. Vierogenprincipe, camera’s… Zelf werk ik bij de bso en als er geen stagiaire is dan komt er wel een collega binnenvallen om het nuttige met het aangename te verenigen. Een gezellige controle dus! Totale openheid is echt meer dan ooit de sleutel voor vertrouwen naar ouders toe.
Soms heb je van die dagen… staat er ineens een jongetje van vier voor m’n neus die me trots wil laten zien dat hij net besneden is. Stralend kijkt hij me aan want het is feest! Oké, ik kom kijken…maar wel met de wc-deur op een kier. Aan het eind van de middag lach ik er samen met z’n vader om.