Donderdag doet de rechtbank Midden-Nederland (Utrecht) uitspraak in de zaak die een gastouder heeft aangespannen tegen de minister. Zij vindt dat minister Cora van Nieuwenhuizen met het Stintverbod geen rekening heeft gehouden met de belangen van de gebruikers van de elektrische bakfietsen. Sinds de Stint van de weg is, moeten organisaties vervangend vervoer regelen. Dit kost veel personeelsinzet en tijd en dus ook geld. De gastouder zelf heeft geen rijbewijs, en is daarom veel tijd kwijt met het vervoeren van kinderen.
Grote impact
Wat de uitspraak ook wordt, voor Stint-fabrikant Stintum is het doek al gevallen. Zij vroeg deze week het faillissement aan. Toch grijpt Edwin Renzen de rechtszaak aan om een statement te maken: de kinderopvangsector, en ook andere gebruikers, zijn gebaat bij de Stint. ‘Het is niet bedoeld als een oproep tot demonstratie’, vertelt hij. ‘Maar wel om te laten zien hoe groot de impact van het Stintverbod voor mensen en ondernemingen is.’ Een ondernemer uit Amsterdam startte al een petitie omdat het verbod zijn bedrijf heeft lamgelegd. Hij bevoorraadde Amsterdamse horecazaken met de Stint. Renzen: ‘Ook kinderopvangorganisaties ervaren problemen, maar dat de impact groot is, gaat er bij het ministerie nog niet in. Ik roep dan ook op: laat zien dat je belang hebt bij de Stint als vervoersoplossing.’
Uitspraak doorslaggevend?
Wat als de rechter de gastouder donderdag gelijk geeft? Is er dan toch nog toekomst voor de Stint? Renzen denkt dat de Stint ook dan niet zomaar de weg op kan. ‘Misschien mag het juridisch gezien wel, maar het apparaat is nu vervloekt. Ik hoor verhalen van kinderopvangmedewerkers die met eieren zijn bekogeldtoen ze de Stint voor het verbod nog gebruikten of ze werden door voorbijgangers expres aangereden om te checken of de remmen wel werken. Het is treurig, maar dat is wel de realiteit.’
Plan van aanpak
Om de Stint weer de weg op te krijgen, is er meer nodig dan een rechter die de minister tegenspreekt. Daarom heeft Renzen, in samenwerking met de Brancheorganisatie Kinderopvang, BOinK, de TU Eindhoven, TU Twente en een verzekeraar een plan van aanpak gemaakt inclusief een noodfonds ter waarde van 2 miljoen euro. Hierin zijn onder andere afspraken gemaakt over verplicht certificeren, nieuwe opleidingen en controle van TNO. Dit plan, waar volgens Renzen alle partijen bij gebaat zijn, is neergelegd bij het minister van Infrastructuur en Milieu, maar zij hebben het ook alweer afgewezen. ‘Helaas mocht dit niet baten. Ons doel was een goede afloop voor alle partijen’, reageert Renzen.
Bezwaar maken
Renzen heeft vooral geloof in het plan omdat het grotendeels uit de kinderopvangsector komt. Ook BOinK heeft aangegeven achter de Stint te staan als de punten uit het plan worden nageleefd. Renzen beroept zich met zijn oproep om a.s. donderdag naar de rechtbank te komen op het recht van belanghebbenden om bezwaar te maken. ‘We hopen op een opkomst die duidelijk het belang weergeeft van de oplossing voor vervoer met de Stint. We zien dit echt als een laatste kans om de Stint niet verloren te laten gaan.’
Zitting
De zitting a.s. donderdag in Utrecht is openbaar en vindt op donderdag 1 november om 13.00 uur plaats bij de rechtbank Midden-Nederland (locatie Utrecht). Alle collega’s van Stint zijn bij de zitting aanwezig.