Bij vakbond Abvakabo FNV zijn ze niet op voorhand tegen een commerciële buitenlandse partij achter de kinderopvangorganisatie. ‘Als een investeringsmaatschappij dit duurzaam doet, en ook in Nederland kwalitatief goede kinderopvang willen leveren, juichen wij dat toe. Als ze het doen om geld en winst te maken, juichen we het niet toe’, zegt voorzitter van Abvakabo Corrie van Brenk tegen BNR. Wel heeft ze een voorkeur voor de regionale kinderopvangorganisatie als overnamekandidaat.
Grote gevolgen
H.I.G. Capital is de derde investeerder die het aandurft met (een deel van) kinderopvangorganisatie Estro. Abvakabo geeft de investeerder het voordeel van de twijfel, maar zegt bij monde van bestuurder Wilma Berentsen er meteen bij ‘dat dit vertrouwen hopelijk niet beschaamd zal worden’. De gezonde basis die na de vorige reorganisatie bij Estro zogenaamd behaald zou zijn, blijkt een mislukt streven. Berentsen: ‘Een misvatting met grote gevolgen voor medewerkers, kinderen en hun ouders.’

Het faillissement van de grootste kinderopvangorganisatie van Nederland Estro toont aan dat het tijd is voor politieke keuzes. Is de kinderopvang een arbeidsmarktinstrument of een pedagogische basisvoorziening? Het is tijd dat de politiek meer regie neemt. Lees meer
Nederlandse aanbieders
Hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink is geen voorstander van investeringsmaatschappijen in de kinderopvang. Zijn wens om een samenwerking tussen kinderopvangorganisaties om verkoop van de Estro-locaties aan een buitenlandse investeerder af te wenden, kreeg een vervolg in het ‘consortium kinderopvang‘. ‘Dat zijn kinderopvangaanbieders die de Nederlandse markt kennen, die de cultuur kennen en die hebben laten zien dat ze zich zelf in deze zeer moeilijke tijd kunnen handhaven’ aldus Fukkink. Het initiatief kon echter niet voorkomen dat 250 Estro-locaties alsnog aan de Britse investeerder H.I.G. Capital werd verkocht.
Grote rol
Minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat private investeerders een grote rol hebben gespeeld in de expansie van de kinderopvangsector. ‘Ondanks dat banken terughoudender zijn geworden bij het verstrekken van kredieten, bleven zij bereid om te blijven investeren in de sector.’ Asscher verwacht wel dat constructies zoals bij Estro in de toekomst minder vaak voor zullen komen. Lees hier waarom.
Klein percentage
Ed Buitenhek, onderzoeker en eigenaar van Buitenhek Management & Consult, nuanceert het probleem. Volgens zijn berekeningen is slechts 1 procent van de eigenaren van kinderdagverblijven in Nederland een durfinvesteerder. Dat is slechts 5 procent van de markt. ‘Laten we niet doen alsof de kinderopvang in handen van durfkapitalisten is. Ongeveer de ene helft wordt geleid door maatschappelijke organisaties zonder winstoogmerk en de andere helft is in handen van particuliere partijen.’
Ouders
Verder merkt Buitenhek op dat er geen kwaliteitsverschil is als je naar inspectieresultaten kijkt. En of ouders het verschil zien? Volgens Buitenhek zijn er genoeg hoogopgeleide ouders die weten dat ze hun kind naar een kinderdagverblijf brengen die in handen van een investeerder is, maar hier toch geen kwaad in zien.
Private investeerders hebben een grote rol gespeeld in de expans
ie van de
kinderopvangsector tussen 2005 en 2010. Veel private organisaties laten zien dat
ook
zij goede kwaliteit kinderopvang kunnen bieden. Private investeerders blijken
ook in een periode dat banken terughoudender zijn geworden bij het verstrekken
van
kredieten, bereid te zijn te blijven investeren in de sector. In het
belastingplan 2012 zijn wel maatregelen getroffen om
overnameholdingconstructies fiscaal bezien minder aantrekkelijk te maken. Ik
verwacht dat dit soort constructies in de toekomst minder
vaak zullen voorkomen.
In het specifieke geval van Estro hebben private investeerders een bijzondere rol
gespeeld. De onderneming is een aantal keren van eigenaar gewisseld, waarbij
verschillende investeerders zich met grote financiële verliezen hebben mo
eten
terugtrekken. De door de rechtbank aangewezen curator heeft aangegeven dat hij
het tot zijn reguliere taak rekent een onderzoek te doen naar de oorzaken van het
huidige faillissement. Daarbij zal ook aandacht uitgaan naar de rol van de
aandeelhouders
Geld verdienen is niet erg als dit weer ten goede komt aan de kinderopvang zelf. De laatste jaren is er weinig geinvesteerd in uitjes, speelgoed, lesprogramma’s, studie etc. Als dat allemaal op orde is dan mag er gerust geld verdiend worden maar dan wel verdienen met super opvang waar niets op aan te merken is. Leidsters mogen ook verdienen naar werk zodat zij na een paar jaar afzien ook weer een beetje lucht krijgen.