Per 1 januari 2021 geldt dat niet alleen personen die structureel aanwezig zijn op een kindercentrum een VOG moeten aanvragen, maar ook personen die structureel aanwezig zijn op andere locaties waar activiteiten van de kinderopvang plaatsvinden. De wet is breder getrokken omdat kinderen juist op externe locaties, zoals een sportcentrum, kwetsbaar zijn. Lees meer
Structureel aanwezig
Iemand is structureel aanwezig wanneer hij of zij minimaal eens per drie maanden een half uur op de locatie is waar kinderopvangactiviteiten worden gehouden. Een uitzondering op de richtlijn voor het begrip ‘structureel’ zijn de eenmalige langdurige klussen. Ondanks dat deze klussen vanwege de omvang (> half uur per drie maanden) onder de noemer structureel lijken te vallen, kan hier vanwege de aard en duur van de klus vanaf geweken worden. Het gaat om werkzaamheden die niet langer duren dan een aangesloten periode van twee weken en waarbij geen sprake is van directe betrokkenheid bij en/of verantwoordelijkheid voor de kinderen. (Bron: Rijksoverheid)
Structurele activiteiten
Vanuit de praktijk zijn vragen gesteld aan SZW wat precies onder “structurele activiteiten (werkzaamheden)” moeten worden verstaan. SZW legt uit, in afstemming met VNG en GGD GHOR: ‘De gewijzigde inschrijfplicht heeft betrekking op personen, die op een andere locatie dan de geregistreerde locatie waar de kinderen worden opgevangen, op basis van een overeenkomst met de houder (mondeling of schriftelijk geregeld) structurele activiteiten (werkzaamheden) uitvoeren. Een conciërge of portier hoeft zich dan ook niet in te schrijven in PRK, tenzij hij of zij structurele activiteiten verrichten voor de kinderopvang. Medewerkers van een bibliotheek, kinderboerderij of andere externe locatie moeten zich alleen inschrijven in PRK, als zij structurele activiteiten uitvoeren voor de kinderopvang. Zo hoeft een bibliotheekmedewerker die een boek opzoekt voor een kind van de kinderopvang zich niet in te schrijven en een bibliotheekmedewerker die op structurele basis een boek voorleest aan de kinderen van een kinderopvang wel (net zoals de voorleesmoeder die voorleest op een kinderdagverblijf, zie hiervoor ook de bijlage van de Denklijn Personenregister). De houder is en blijft overigens zelf verantwoordelijk voor het bieden van verantwoorde kinderopvang en kan altijd een VOG verlangen van personen die werkzaamheden verrichten voor de organisatie.’
Brancheorganisatie Kinderopvang
De Brancheorganisatie Kinderopvang heeft met SZW afgesproken dat na de zomervakantie gezamenlijk naar de dagelijkse praktijk zal worden gekeken om te beoordelen of met deze aanvullende omschrijving de aanscherping van het PRK werkbaar is. (Bron: kinderopvang.nl)