In 2014 heeft de gemeente Utrecht 99,1 procent van de jaarlijkse verplichte inspecties in de kinderopvang uitgevoerd. Dat is meer dan het landelijk gemiddelde. Gemeenten haalden in 2011 nog 86 procent van de verplichte controles. In 2012 is dit gestegen naar 90 procent.
C-status
De schrik was begin 2014 groot in Utrecht toen de gemeente van de Inspectie van Onderwijs de C-status toebedeeld kreeg. In 2011 bleek 81 procent van de verplichte inspectie niet te zijn uitgevoerd. Twee jaar later, in 2012, was dit aantal wel teruggedrongen, maar nog altijd werd 21 procent van de verplichte inspecties niet uitgevoerd. Het was voor het eerst dat een gemeente een C-status kreeg voor toezicht op de kinderopvang.
Utrecht beloofde beterschap na de slechte beoordeling en kwam met een verbeterplan om de kwaliteit van toezicht snel te verbeteren. De gemeente investeerde ook geld in het toezicht, bovenop de middelen die vanuit het Rijk beschikbaar zijn gesteld. Binnen negen maanden had de gemeente de A-status weer terug. Lees meer over hoe Utrecht dit heeft aangepakt >>
Hoe zit het met jouw gemeente?
Als een gemeente niet aan de taken op het gebied van toezicht en handhaving kinderopvang voldoet en vervolgens ook niet mee wil werken aan een verbetertraject krijgt ze de status C toegekend. Momenteel is er geen gemeente met deze status. Twee gemeenten hebben een B-status voor het toezicht op de kinderopvang. Dit zijn Goeree-Overflakkee en Peel en Maas. De B-status houdt in dat gemeenten hun wettelijke taken niet of onvoldoende naleven, maar wel meewerken aan het maken en uitvoeren van verbeterafspraken. Alle andere gemeenten hebben een A-status. Lees meer op de website van de Inspectie van Onderwijs >>