Als een baby naar de kinderopvang gaat, is dat voor veel moeders aanleiding om te stoppen met het geven van borstvoeding. Als kinderopvangorganisatie kun je een aantal dingen doen, om de kans dat moeders borstvoeding blijven geven, te vergroten.
Voldoende kennis over borstvoeding en een open en ondersteunende houding in de opvang hebben een positieve invloed, schrijft Kind & Gezin, een agentschap van de Vlaamse overheid. Uit onderzoek van Kind & Gezin blijkt dat er 5 acties zijn die tezamen de kans aanzienlijk vergroten dat een moeder nog steeds borstvoeding geeft als het kind 6 maanden is. Die acties zijn:
- Licht de mogelijkheid om afgekolfde moedermelk te geven in de opvang al toe aan ouders bij de aanmelding.
- Mama’s kunnen voor en na het werk borstvoeding geven in de opvang.
- Mama’s kunnen tijdens hun borstvoedingspauze hun kind komen voeden in de opvang.
- Als pm’er beheers je de kennis over borstvoeding en omgaan met afgekolfde moedermelk.
- Je past de richtlijnen rond het bewaren van afgekolfde moedermelk (inclusief een reserveportie in de diepvries) correct toe.
Pakket voor een borstvoedingsvriendelijk beleid
Kind en Gezin stelt een pakket kant-en-klaar materiaal ter beschikking om kinderopvangorganisaties te ondersteunen bij een borstvoedingsvriendelijk beleid:
- aangepaste hoofdstuk Voeding (5MB)voor de infomap Kinderopvang
- een flyer voor ouders
- Arabische vertaling
- Engelse vertaling
- Franse vertaling
- affiche over een borstvoedingsvriendelijk beleid
- affiche over bewaren en opwarmen van moedermelk
- presentatie (9MB) ‘Boost je kennis over borstvoeding in de kinderopvang’
Bron: Kind & Gezin