
In een mooi interview met het Vlaamse online platform Sociaal.net vertelt Peeters hoe hij de kinderopvang als jonge vader aantrof in de jaren zeventig. De kinderopvang functioneerde toen volgens het medisch-hygiënisch model. Er werd gewerkt met kinderverzorgsters en het ging vooral om een goede gezondheid van de kinderen. Peeters vindt de opvang van vroeger ‘koud en hard’. ‘Elke keer dat ik mijn oudste dochter naar de kinderopvang bracht, ruilde een verzorgster de kleren van thuis voor een soort badjasje. Ik moest mijn dochter in haar blootje aan die verzorgster overhandigen, en die verdween dan met haar naar boven. Ik heb de speelzaal waar zij werd opgevangen, nooit gezien.’
Pedagogische benadering
Peeters belandde via een onderzoeksproject van de Universiteit van Gent bij de kinderopvang. Hij wilde, samen met collega’s, de kinderopvang hervormen waarom ruimte was voor warmte, meer samenwerking met ouders, verankering in de buurt en respect voor diversiteit. Er werd samen met kinderverzorgsters een pedagogische benadering voor de kinderopvang ontwikkeld. ‘Ik wilde een steen verleggen in een rivier en ik wou beginnen bij de jongste kinderen, bij de kinderopvang.’
Warme huiselijke opvoeding
Hoewel de omvorming naar een warme kinderopvang een goede stap was, vertelt Peeters in het interview dat hij dit veranderproces met de kennis van nu anders zou aanpakken. Want de overgang van medische opvang door gediplomeerde verzorgsters, naar een warme, huiselijke opvoeding kwam de professionaliteit van de sector niet te goede. ‘Als het over een warme pedagogische aanpak gaat, denken veel mensen inclusief media en politici dat je daar niet per se een diploma voor nodig hebt. Warm opvoeden doen we thuis toch allemaal zonder diploma?’
Lage lonen pedagogisch medewerkers
Maar kinderen in een gezin opvoeden of in een groep op het kinderdagverblijf is natuurlijk een heel ander verhaal. Toch is de overheid daar in Vlaanderen niet van overtuigd. Nog altijd worden er zeer lage lonen uitbetaald in de Vlaamse kinderopvang. In 2001 liet de toenmalige minister van Welzijn de kwalificatievereisten in de groepsopvang zelfs helemaal los. Dat leidde tot de instroom van veel laag-gekwalificeerde mensen. Eerst hoefden alleen onthaalouders (gastouders) geen diploma te hebben. Maar toen zij meer dan 60 procent van de kindplaatsen invulden en ouders tevreden bleken over de warme pedagogische aanpak, werd het steeds lastiger om wel diploma-eisen te stellen aan leidsters op kleine opvanglocaties. Pas in 2014 werd besloten dat iedereen die in de kinderopvang werkt, tegen 2024 over een kwalificatie moet beschikken.
Mensen met een opleiding
‘Misschien hadden we de pedagogisering van de kinderopvang anders moeten aanpakken, met meer aandacht voor de medisch-hygiënische aspecten, zodat onze hervorming gepaard kon gaan met verdere professionalisering. Want om warm en pedagogisch met kinderen te werken, zijn er in de kinderopvang wel degelijk mensen met een opleiding nodig. Dat blijkt ook onomstotelijk uit de wetenschappelijke literatuur’, vertelt Peeters op Sociaal.net.
Diversiteit
Natuurlijk is er ook veel waar Peeters “fier” (trots) op is tijdens zijn veertig jaar lange loopbaan. In het interview noemt hij onder andere de grote diversiteit onder medewerkers in de branche. Mede dankzij films en boeken (Wiegelied voor Hamza en De blik van Yeti). Daardoor is de Vlaamse kinderopvang nog altijd één van de weinige sectoren waar allochtone medewerkers sterk vertegenwoordigd zijn. Trots is Peeters ook op de bachelor ‘Pedagogie van het Jonge Kind’ en de masteropleiding Sociaal Werk van Universiteit Gent. ‘Samen zorgen de verschillende hogere opleidingen dat heel veel pedagogen vandaag de warme pedagogiek voor jonge kinderen kunnen uitdragen.’
Bachelors in de kinderopvang
Peeters hoopt dat er in de toekomst meer kinderbegeleiders in de Vlaamse kinderopvang gaan werken met een bachelor diploma op zak. Want, ‘op het moment dat kinderen het meest kwetsbaar zijn, moeten goed opgeleide mensen voor hen zorgen. In vergelijking met veel Europese landen hebben wij op dat vlak onze achterstand nog in te halen.’ Zijn ideaalbeeld is dat 50 procent van de begeleiders een bachelor-diploma heeft. En dat er meer mannen en allochtonen in de kinderopvang komen werken. In Vlaanderen werken er, net als in Nederland, weinig mannen in de kinderopvang. Daar is minder dan 5 procent man. Peeters denkt dat de sleutel voor de verandering hem in de opleiding zit. In Scandinavië trekken volgens Peeters uitstekende bacheloropleidingen meer jongens aan omdat daar het accent ligt op creatieve activiteiten en outdooractiviteiten.
Engagement van professionals
Peeters sluit het interview af door te zeggen dat elke succesvolle innovatie in de kinderopvang of het onderwijs valt of staat met samenwerking tussen beleid, praktijk en onderzoek. ‘Pedagogische coaches, onderzoekers en beleidsmakers alleen kunnen nooit innovatie doorvoeren. De kinderbegeleiders en kleuterleerkrachten zijn de actoren van verandering. Zij hebben de ruimte nodig om zelf de verandering vorm te geven. Zonder het engagement van die professionals die elke dag het beste van zichzelf geven, is vernieuwing onmogelijk.’
In het originele interview op Sociaal.net blikt Peeters op nog veel meer thema’s terug of juist vooruit. Lees hier het volledige gesprek
Onlangs kwamen er Belgische stagiaires meelopen op locaties van kinderopvangorganisatie Berend Botje in Edam en Oosthuizen. Zij zagen dat de kinderopvang in Nederland op veel gebieden anders geregeld is. Lees meer in dit bericht