De moeizame herstart van de stages (zowel BOL-stages als BBL-plekken) heeft meerdere oorzaken. Vanaf 8 juni zijn in principe alle stages weer mogelijk, maar niet alle stagiairs willen dat ook. Sommige studenten hebben er bijvoorbeeld voor gekozen hun studie te verlengen.
Ook vindt de begeleiding van de stagiairs en het contact met de scholen digitaal plaats. Dat is vaak maatwerk en kost dus tijd, aldus de BK.
Minder stageplekken
Uit een peiling van het Platform arbeidsmarkt kinderopvang blijkt dat kinderopvangorganisaties minder ruimte hebben voor stages. 15 procent van de organisaties verwacht minder BBL-plekken aan te kunnen bieden of is er helemaal mee gestopt. Dit zijn vooral de grotere organisaties met 50 of meer medewerkers.
Het aantal BOL-stages neemt zelfs nog verder af. Twintig procent van de kinderopvangorganisaties verwacht minder BBL-plekken aan te kunnen bieden of is er helemaal mee gestopt. Dat zijn ook hier vaak de grotere organisaties.
Oorzaak: coronavirus
Deze afname van het aantal plekken vertaalt zich door in de cijfers. Het aantal stageplaatsen en leerwerkplekken in de sector zorg en welzijn (waar de kinderopvang onder valt) was in juli 12 procent minder dan normaal, blijkt uit gegeven van onderzoeksorganisatie S-BB. Bijna de helft van de ondervraagden noemde het coronavirus als oorzaak van de terugloop. Er is een actieplan in de maak om het aantal stageplekken te vergroten, maar het is natuurlijk nog niet duidelijk wat dat oplevert, zeker niet op korte termijn.
Varkenscyclus
De brancheorganisaties in de kinderopvang beschouwen de teruggang in het aantal stages als een probleem. ‘De kinderopvang is een conjunctuurgevoelige sector,’ aldus de BK. ‘In economisch slechtere tijden krimpt het aantal werknemers, loopt de instroom in de opleidingen terug, waardoor er tekorten ontstaan in tijden dat het weer beter gaat en de vraag naar kinderopvang weer toeneemt. Behoud en voortgang van zowel BOL-stages als BBL-plekken is van belang om deze zogenaamde varkenscyclus tegen te gaan.’
Veel organisaties lijken nu al te anticiperen op een forse terugloop in de vraag naar kinderopvang, aldus de BK. Dat is begrijpelijk, maar nieuwe aanwas van medewerkers zal toch nodig blijven. Wat kunnen kinderopvangorganisaties doen?
Tips voor kinderopvangorganisaties
- Er is een groep studenten die zelf geen stage meer durven/willen lopen. De loopbaancoaches bij de ROC’s gaan uiteraard het gesprek daarover aan. Dit zou wellicht samen met de praktijkopleider van de kinderopvangorganisatie kunnen. In ieder geval kan er onderling contact onderhouden worden.
- Kinderopvangorganisaties kunnen gebruik maken van de subsidie Praktijkleren voor de begeleiding van BBL-studenten
- Het is ook van belang zittende medewerkers te behouden, voor je eigen organisatie of in ieder geval voor de kinderopvang. Je kan bekijken je gebruik kan maken van de subsidiemogelijkheden voor duurzame inzetbaarheid van personeel, bijvoorbeeld de Stimuleringsregeling Leren en Ontwikkelen in het mkb (SLIM), de subsidie ‘Tel mee met Taal‘ of subsidies voor duurzame inzetbaarheid via Europees Sociaal Fonds (ESF).
- Heb je vacatures voor BBL-plekken? Meld die aan op werkenenlereninkinderopvang.nl