Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Serie: Kinderopvang voor asielzoekers (deel 2)

Kinderen van vluchtelingen hebben een eigen taal, een eigen cultuur en vaak een traumatisch verleden. Hoe ziet goede kinderopvang voor deze kinderen eruit? Korein Groep verzamelt best practices waar beleidsmakers en collega’s – binnen en buiten de organisatie – van kunnen leren. Deel 2: De 60 nationaliteiten van Korein-locatie Doerak in Eindhoven.
Asielzoekers
'Ik heb vaak kinderen gehad die bij de deur wilden blijven zitten'

Van 1990 tot 2005 werden bij Doerak kinderen (0-4 jaar) opgevangen van statushouders die net uit het asielzoekerscentrum kwamen. Hun ouders volgden de inburgeringscursus in het nabijgelegen opleidingsinstituut. In de hoogtijdagen ving de locatie kinderen van zo’n 60 verschillende nationaliteiten op. Maar toen de overheidssubsidie stopte, werd Doerak opgeheven. ‘Helaas. Maar we hebben veel geleerd. Daar kunnen we bij Korein Groep op voortbouwen’, zegt Ietje Corman, die vijftien jaar lang vestigingsmanager was van Doerak. ‘Vluchtelingenkinderen van nu hebben vaak veel gezien en meegemaakt. Als ze in een veilige situatie terechtkomen waar ze goed ondersteund worden – en waar vooral ook de ouders goed begeleid worden – dan zie je dat de kinderen heel flexibel zijn en hun traumatische ervaringen een plek kunnen geven.’

Vertrouwen geven

‘Alle ouders willen het beste voor hun kinderen, maar vluchtelingen komen terecht in een onbekende situatie. Ze weten even niet wat er mogelijk is en denken dat ze daardoor niet ‘het beste’ kunnen bieden. Ondersteuning van ouders is dan ook heel belangrijk. Wij werkten bijvoorbeeld met informatieboekjes in veel talen’, zegt Ietje. ‘Ik heb moeders gehad die in paniek raakten als ze ’s ochtends weggingen, bang dat ze de weg niet zouden terugvinden. Dan moet je als medewerker snappen dat daar een verhaal achter zit, en gewoon regelen: ik kom je straks halen.’ En bij de kinderen kan iets simpels als het dichtvallen van een deur paniek veroorzaken, vertelt Ietje. ‘Ik heb vaak kinderen gehad die bij de deur wilden blijven zitten: door die deur was papa of mama weggegaan, en daar komen ze dus ook terug.’

Rustig tempo

Wat Ietje vooral belangrijk vindt, is goed kijken naar het kind en het tempo aanpassen. Jonge kinderen hebben altijd wat verwerkingstijd nodig, maar die is nog wat langer bij kinderen die de gesproken taal nog niet beheersen. ‘Je hoort vaak: dit kind heeft een taalontwikkelingsachterstand. Maar dan vraag ik altijd: in welke taal? Iedereen weet dat een andere taal aanleren tijd kost. Bij jonge kinderen gaat dat juist wonderlijk snel. Veel kinderen gaan pas Nederlands praten als ze zeker weten dat ze het goed zeggen, maar ze doen alles wat je vraagt en begrijpen je volledig. Alleen in het praten zit vaak een ‘achterstand’. Dat zijn eyeopeners voor pedagogisch medewerkers. Het is prima om de tijd te nemen, vertrouwen te hebben in de kinderen en vrije kansen te bieden om te praten. Als je kinderen daarin goed begeleidt, stromen ze makkelijker door in het onderwijs. Dan beginnen ze nauwelijks nog met een achterstand.’

Verschil mag er zijn

Omgaan met diversiteit was bij Doerak heel gewoon. Ietje: ‘Ook tijdens de lunch: in het begin kregen sommige kinderen frietjes mee, of couscousmaaltijden. Je hoeft niet vanaf dag één te zeggen: wij eten allemaal brood.’ Nog zo’n voorbeeld is het slapen. ‘Veel kinderen uit Afrika slapen bij hun moeder. Je kunt je voorstellen dat een baby dan niet gaat slapen in een bedje in een andere kamer. Wij hadden van alles: hangmatjes, draagdoeken voor op de buik en rug, wiebelbedjes, muziek, attributen – je zag allerlei slaapculturen terug. Het doel was veiligheid bieden en dat geldt ook bij inslapen; respect voor autonomie. Verschil is verrijkend en de overeenkomsten helpen om elkaar te begrijpen.’

Dit artikel is geschreven en aangeleverd door de Korein Groep.

Lees ook deel 1 van deze serie, over de kinderopvang bij asielzoekerscentrum Leersum. ‘We helpen ouders met plaatjes van het dagritme, zodat ze kunnen zien wat we verwachten: bijvoorbeeld dat de kinderen ’s ochtends al gegeten hebben. En dat ze aangekleed naar hier komen.’ Lees meer

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.