De peuterzomerschool van De Teddybeer vindt dit jaar in drie Tilburgse wijken plaats. Per wijk is er een aanbod van drie weken. In totaal is er per wijk plek voor 32 peuters.

Vorig jaar is in de wijk Oud-Reeshof gestart met een pilotweek. Dit jaar is er dus een groei naar drie wijken en drie weken per wijk. De wijken Korvel en Groenewoud zijn er dit jaar bij gekomen.

Taalachterstand

De peuterzomerschool wordt georganiseerd voor peuters van 2 tot 4 jaar. Peuters die net 4 jaar zijn geworden en na de zomervakantie naar de basisschool gaan (of kort voor de vakantie gestart zijn) mogen ook deelnemen. Deze peuters worden geselecteerd in samenspraak met de peuteropvangvoorzieningen, op basis van signalen en ervaringen.

Het gaat voornamelijk om kinderen die een taalachterstand hebben en bij wie de zomervakantie de ontwikkeling mogelijk negatief zal beïnvloeden.

Prentenboek

Taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling en plezier staan centraal bij de peuterzomerschool. De kinderen worden aan de hand van themahoeken en uitjes geïnspireerd om aan de slag te gaan. Een prentenboek staat centraal tijdens de activiteiten. Iedere ochtend wordt opgestart met een kringgesprek, waarbij ruimte is voor het verhaal. In het kringgesprek wordt met dagritmekaarten het verloop van de ochtend kenbaar gemaakt. Er wordt actief een samenwerking gezocht met voorschoolse voorzieningen en in de omgeving.

Beweging

De peuterzomerschool biedt kinderen een kans hun zomervakantie leuk en leerzaam te besteden, aldus De Teddybeer. ‘We streven ernaar achterstanden die kinderen kunnen oplopen tijdens de zomervakantie te voorkomen, woordenschat uit te breiden en kinderen een bijzondere week te laten ervaren. Dit doen we door het aanbieden van een programma waarbij de taalontwikkeling bewust en onbewust gestimuleerd zal worden. Er zal aandacht worden geschonken aan woordenschat en lezen zonder dat hier gevoelsmatig de nadruk op ligt. Gedurende de week worden verschillende activiteiten en uitstapjes aangeboden op het gebied van kunst, cultuur, natuur, beweging en voeding.’