De NOS besteedde aandacht aan de groei van de oppasapps Charly Cares en Bsit. Eerstgenoemde start deze maand in Rotterdam en Leiden met de dienst. Bsit is nog veel groter en heeft al een bereik van 120.000 ouders in vier landen. Hoeveel ouders in Nederland van deze dienst gebruikmaken, wordt niet bekend gemaakt.
Nieuw gezicht
Hoogleraar Kinderopvang Ruben Fukkink maakt zich niet zo druk om de trend van een (onbekende) oppas inhuren via een app. ‘We gebruik de telefoon voor alles: eten bestellen, kleding kopen, je sociale contacten, dit is gewoon de zoveelste dienst’, zegt hij tegen de NOS. Het enige dat Fukkink een nadeel vindt van de dienst is dat het ouders gemakkelijk wordt gemaakt om iedere keer een andere oppas in te huren. ‘Elke keer een ander gezicht is niet goed voor kinderen. Ongeacht of de oppas kwalitatief goed is of niet.’ Dat vindt emeritus hoogleraar Louis Tavecchio ook een risico: ‘Als een kind wakker schrikt en er staat steeds een ander meisje, is dat niet goed voor het veiligheidsgevoel van een kind.’
Fysieke beoordeling
Gjalt Jellesma van BOinK komt ook nog kort aan het woord. Hij snapt dat een app een handig hupmiddel kan zijn om oppas te vinden, maar er is ook een echte fysieke beoordeling nodig voordat je weet of een oppasser voldoet. Hij raadt ouders aan om zelf thuis te zijn als een oppasser voor het eerst wordt ingeschakeld.
Bij kinderopvangorganisatie KION hebben ze het anders geregeld. Ouders die klant zijn kunnen voor oppas buiten de opvanguren terecht bij de service Oppas aan huis. Hiermee kunnen ouders een professionele pm’er regelen voor thuis. Lees meer
Screening
Oprichter van de app, Charlotte van Straten, zegt dat ze een goede screening doen van oppassers die zich aanmelden. ‘In zo’n gesprek bespreken we achtergrond, specifieke ervaring, kijken we hoe ze zichzelf presenteren en checken we referenties. Als wij geen goed gevoel krijgen, dan krijgen de moeders die de deur opendoen dat ook niet. Bovendien moeten ouders na elke dienst een rating geven. Zo kunnen we de oppassers blijven monitoren.’ Ook doen ze hun best om zo vaak mogelijk dezelfde match te maken tussen oppassers en kind.
Bron: NOS.nl