Het totale bedrag voor toezicht en handhaving in de kinderopvang komt per jaar neer op 29,9 miljoen euro. Dit zijn de bestaande middelen die gemeenten tot hun beschikking hebben, aangevuld met nog eens structureel 13 miljoen euro vanuit het Rijk. Een kwart van de gemeenten heffen daarnaast nog leges.
Onderzoek Cebeon
Cebeon heeft, in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken, onderzocht of de financiële afspraken tussen het Rijk en VNG (namens de gemeenten) goed worden uitgevoerd en of het budget toereikend is. Dat is nodig omdat de afspraken hierover eind dit jaar aflopen.
Gemeentebudget
Hoewel de kosten voor toezicht en handhaving het beschikbare budget voor gemeenten overschrijden, wil minister Asscher van Sociale Zaken de huidige afspraken ook voor 2016 voortzetten. Dat betekent dat er volgend jaar nog niks verandert in het gemeentebudget voor toezicht en handhaving.
Gemeenten kiezen er vaak voor niet tot handhaving over te gaan, terwijl de GGD-inspecteur dit wel adviseerde. Dit gebeurt in 2014 bij bijna 30 procent van de handhavingsadviezen in de kinderopvang. Lees meer >>
Kosten toezicht
Uit het rapport van Cebeon blijkt dat het moeilijk is om een concrete raming te geven van de kosten voor handhaving. Dit komt omdat gemeenten deze kosten niet specifiek bijhouden. Een schatting levert een bedrag op van tussen de 14 en 21 miljoen euro per jaar, alleen voor handhaving in de kinderopvang. De kosten voor het toezicht op de kinderopvang worden door de onderzoekers geraamd op 23,5 miljoen euro. Dat levert een totaalbedrag op van tussen de 37,5 en 44,5 miljoen euro.
Daling aantal gastouders
Dat is een hoger bedrag dan er in het gemeentefonds beschikbaar is voor toezicht en handhaving in de kinderopvang. Minister Asscher wil een slag om de arm houden vanwege de ruime onzekerheidsmarge. Hij ziet ook dat de ontwikkeling van het aanbod van kinderopvang binnen de afgesproken bandbreedte van plus of min 10 procent blijft. Zo nam het aantal bso-locaties af met 5 procent in 2014, het aantal kinderdagverblijven groeide met 10 procent (vanwege de omzetting van peuterspeelzalen naar peuteropvang, het aantal gastouderbureaus steeg met 1 procent. Het meest valt de grote afname op van gastouders. Dit daalde in 2014 met 22 procent.
Het Nieuwe Toezicht
De afspraken over handhaving en toezicht blijven voor volgend jaar dus van kracht. Vanaf 2017 gaat Het Nieuwe Toezicht in de kinderopvang van start. De minister verwacht dat er dan wel wijzigingen op gaan treden die gevolgen hebben voor de werkwijze van gemeenten en GGD’en en de kosten voor toezicht en handhaving. Minister Asscher kondigt aan dat hij hierover in het voorjaar van 2016 meer duidelijkheid over kan geven. Hij wil hierover in gesprek gaan met de VNG.
Wil je meer weten over het belangrijke onderwerp toezicht en handhaving in de kinderopvang? Ga dan naar het Dossier Toezicht van Kinderopvangtotaal.nl >>
LRKP
De minister sluit zijn brief af met de belofte dat de aanvraag voor inschrijving in Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) eenvoudiger wordt. Dit moet op korte termijn leiden tot een kostenbesparing van ongeveer 1 miljoen euro (naar aanleiding van een schatting van de Dienst Uitvoering Onderwijs).
Lees de brief van minister Asscher n.a.v. de conclusies van Cebeon hier: