Dit schrijft demissionair minister Asscher aan de Tweede Kamer. Het onderzoek van Buitenhek is uitgevoerd in opdracht van SZW en geeft een overzicht van de ontwikkelingen bij gemeenten en peuterspeelzaalwerk in aanloop naar de harmonisatie kinderopvangen peuterspeelzaalwerk.
Gedaald
Het aantal geregistreerde peuterspeelzalen is verder afgenomen sinds de rapportage van Buitenhek uit 2016. In maart 2016 waren er nog 2.150 locaties, begin 2017 is dat gedaald naar 1.644 locaties. Het overgrote deel staat nu geregistreerd als kinderdagverblijf. Begin 2017 zijn er nog 55.000 kinderen die gebruik maken van een plek op een peuterspeelzaal. In maart 2016 waren dit er nog 73.000.
Financieel toegankelijk
In vrij wel alle gemeentes die hun peuterspeelzaalwerk hebben omgevormd, is er een gemeentelijke regeling voor kostwinners en alleenverdieners – die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag – zodat ook voor hen het kortdurend aanbod financieel toegankelijk blijft. Uit evaluaties na implementatie blijkt dat er nauwelijks vraaguitval is onder ouders na de omvorming. De houders geven aan dat een goede informatievoorziening naar ouders knelpunten kan voorkomen.
Omvorming
Van de 40% van de gemeenten waar nog wel geregistreerde peuterspeelzalen zijn, hebben de meeste gemeenten plannen voor de omvorming. Het verschilt per peuterspeelzaal en per gemeente hoe ver gevorderd deze plannen zijn. Asscher concludeert dat dus het grootste deel van het peuterspeelzaalwerk inmiddels omgevormd is, maar dat ‘de resterende peuterspeelzalen en gemeenten zich nog wel verder moeten inspannen. Ik blijf dan ook inzetten op goede ondersteuning en communicatie naar het veld, samen met onder andere Sociaal Werk Nederland en de VNG.’
Lees hier de brief van Asscher >>
De overheid wil kinderdagverblijven en peuterspeezalen meer op een lijn brengen (harmoniseren). Vanaf 1 januari 2018 moeten de financiering, kwaliteitseisen en het toezicht op elkaar afgestemd zijn en vallen ze onder één wettelijk kader. Klik hier voor het dossier Harmonisatie
De titel lijkt de lading niet te dekken.
allereerst zijn er ca 100 gemeenten zonder PSZ in 2015 en 2016. De vraag is of daar is geharmoniseerd.
Op dit moment (juni 2017) hebben 87 gemeenten hetzelfde aantal PSZ-kindplaatsen als in 2015 en 2016. Daar is blijkbaar niets geharmoniseerd – logisch gezien de meerjarige subsidieovereenkomsten?
In de ca 193 andere gemeenten (bijna 50% van 388 gemeenten) is mogelijk geharmoniseerd of gesaneerd. In de andere 50% stond in 2015 geen PSZ in LRKP of is PSZ niet geminderd, wat ook te zien is in aantal kindplaatsen PSZ. Tov 2015 is het aantal kindplaatsen gedaald van ruim 51.000 naar ruim 31.000, een daling van 45%. Dat is nog niet de helft. Hoe kan Minister stellen dat "merendeel gemeentes heeft harmonisatie afgerond?"