De Onderwijsinspectie bracht onlangs een kritisch rapport uit over het functioneren van VVE. Onvoldoende bereik, te weinig kwaliteit en het ontbreken van een visie waren de belangrijkste conclusies. 5300 locaties werden voor het onderzoek onderzocht. Bij slechts 15 procent van de gemeenten waren afspraken gemaakt over resultaten en doelen. Daarnaast zou 60 procent van de gemeenten te weinig VVE-plekken realiseren.

Krimp Kinderopvang

De VNG vindt het niet terecht dat gemeenten onder vuur lijken te liggen. De capaciteit van het aantal VVE-plekken heeft te lijden gehad onder de krimp en de bezuinigingen op de kinderopvang. En dat niet de juiste kinderen worden bereikt, komt ook door de informatievoorziening vanuit, bijvoorbeeld, de consultatiebureaus. Zij mogen vanwege privacywetgeving niet zonder toestemming van ouders informatie doorspelen aan gemeenten. ‘Dat maakt het lastig te bepalen voor welke kinderen VVE belangrijk is’, zegt de VNG.

G37

De 37 grootste gemeenten kregen in 2012 extra geld om te investeren in de voor- en vroegschoolse educatie. Volgens de VNG hebben de investering in die 37 gemeenten effect. Maar de andere gemeenten moeten het zonder het extra geld doen. Met honderd gemeenten is een verbeterplan gemaakt en in het najaar volgt er nog een serie.

Basisvoorziening voor peuters

Volgens de belangenvereniging voor gemeenten toont het onderzoek van de Onderwijsinspectie juist aan dat gemeenten de regie en verantwoordelijkheid over VVE moeten houden en uitbreiden. Het liefst zien gemeenten dat zij de regie krijgen voor een gratis aanbod van twee tot vier dagdelen in een voorschoolse voorziening voor alle kinderen van 2,5 tot 4 jaar. Dit zou moeten vallen onder de wet Kinderopvang. Nog een stapje verder is de wens om tot een integrale basisvoorziening te komen voor alle kinderen tot 13 jaar. ‘Zo kunnen gemeenten nog veel meer doen aan de kwaliteit van VVE en daar echt op sturen. Dat zou een flinke stap vooruit zijn’ zegt de VNG op haar website.