Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Temperamentvolle kinderen: ‘De kunst is om het positieve in ze naar boven te halen’

De sfeer zat er goed in tijdens het spelen. Tot bij het opruimen een kind weigert om te helpen. Hoe strakker je het kind aanpakt, hoe dwarser het wordt. Een sterke wil, een eigen plan, gevoelig voor wisselingen, heftige emoties: het zijn zo wat kenmerken van temperamentvolle kinderen. Hoe ga je ermee om? En hoe zorg je dat ook deze kinderen goed meedraaien in de groep? Eva Bronsveld - auteur van het boek Temperamentvolle kinderen - geeft tips.
Foto: AdobeStock

Hoe herken je temperamentvolle kinderen?

‘Het zijn intense, gevoelige en opmerkzame kinderen met een sterke wil. Temperamentvolle kinderen zijn emotioneler en eigenwijzer dan het gemiddelde kind. Ze reageren heftiger op alledaagse gebeurtenissen. Maar als je deze kinderen goed begeleidt en ondersteunt, zullen de fijne kanten de bovenhand krijgen. Het begint al met hoe je zelf als pm’er tegen hun gedrag aankijkt. Vind je het kind druk en lastig, of beschouw je het als energiek? Is het koppig of heeft het gewoon een duidelijke wil? Is het een aansteller of kan het goed voelen? Op een positieve manier kijken naar het karakter van het kind, maakt al een wereld van verschil. Het kind voelt zich dan gezien en zal zich positiever ontwikkelen.’
https://static-content.springer.com/image/art%3A10.1007%2Fs41189-022-1826-0/MediaObjects/41189_2022_1826_Fig2_HTML.jpg

Wat hebben deze temperamentvolle kinderen verder nodig?

‘De basisbehoeften moeten bij deze kinderen extra op orde zijn. Door hun gevoeligheid hebben deze kinderen bijvoorbeeld meer last van honger, dorst, slaaptekort, warmte, kou, een schoen die niet goed zit enzovoort. Als je merkt dat het kind in een negatieve bui schiet, check dan eerst even deze vanzelfsprekende punten. Soms kun je op die manier al een neerwaartse spiraal – en bijbehorende driftbui – voorkomen.’

Wat zijn andere mogelijke triggers?

‘Onvoorspelbaarheid voelt voor deze kinderen onveilig. Routines en een vaste volgorde van gebeurtenissen geven houvast. Gooi dus liever niet onverwachts het programma om. En als het een keertje niet anders kan, bereid deze kinderen er dan op voor. Verder zoeken deze kinderen vaak verbinding. Bij wisselingen, buitenspel of andere drukke, onvoorspelbare momenten kan het kind veiligheid zoeken bij jou. Het kan je ineens gaan knuffelen, op schoot kruipen of een praatje willen maken. Dit is een belangrijke behoefte van het kind, want het zoekt houvast. Het kind van je schoot af sturen kan dus averechts werken. Juist even toegeven aan de behoefte van het kind, kan het kind helpen om even later zelf de stap te zetten om met andere kinderen te gaan spelen.’
Eva Bronsveld is, naast onder meer kinderpsycholoog en opvoedkundige Tischa Neve en gezinspedagoog Joyce Blauwhoff, een van de sprekers tijdens de Masterclass Opvallend Gedrag bij Kinderen op woensdag 13 december. Meer info of aanmelden >>

Ook omdat het initiatief dan uit het kind zelf komt?

‘Absoluut, want een gevoel van autonomie is extra belangrijk voor temperamentvolle kinderen. Er is al zoveel onverwachts dat deze kinderen moeten verwerken, en het komt allemaal zo intens binnen, dat het fijn voor ze is dat ze op andere momenten controle ervaren. Bij deze kinderen werkt het erg goed om niet te zeggen wat ze moeten, maar om ze een keuze te geven. Denk aan: ‘Je moet naar buiten’ versus ‘Ga je touwtje springen of fietsen?’. Verder kun je er op letten dat deze kinderen voldoende ontspanningsmomenten hebben. Ze lopen sneller vol dan andere kinderen. Voordat de emmer overloopt, kun je zorgen dat ze iets doen waarvan ze ontspannen. Dit kan iets actiefs zijn, iets maken met de handen of een boekje lezen in een hoekje. Het is maar net wat bij het kind past en wat het fijn vindt.’

Maar je kunt toch niet al je aandacht richten op deze kinderen? Je zit toch met een hele groep?

‘Zeker, daar weet ik alles van. Jarenlang werkte ik zelf in het onderwijs, voordat ik boeken ging schrijven. Het is lastig om deze kinderen alles te geven wat ze nodig hebben, omdat je een hele groep kinderen hebt. Toch heeft uiteindelijk de hele groep – inclusief jijzelf – er baat bij als deze kinderen lekker in hun vel zitten. Natuurlijk kun je niet in alles aan de behoeften van deze kinderen voldoen, maar je kunt je wel bewust zijn van wat lastig voor ze is. Daar kun je – als het even kan – op anticiperen. Het zit hem soms in hele kleine dingen. Een aai over de rug op een lastig moment kan al helpen. Als je bijvoorbeeld wegloopt uit de groep, kun je tegen een kind zeggen: “Ik loop even weg om een kopje koffie te halen.” Het is een kleine moeite, maar het helpt het kind enorm bij zijn gevoel van voorspelbaarheid, verbinding en veiligheid. Zie het als ondertiteling bij een film.’

Kun je hier misschien meer voorbeelden van geven?

‘Deze kinderen zijn erg gevoelig voor sfeer en emoties – ook als dit niet op hen is gericht. Als je boos bent geworden op een ander kind, kan een temperamentvol kind hier toch door worden geraakt. Kijk op die momenten dus eens naar de temperamentvolle kinderen: zie je iets van verwarring? Zo ja, dan kun je even kort één-op-één ondertiteling geven. Zoiets als: “Ik reageerde net geschrokken op Jip, want ik dacht dat hij hard ging vallen. Maar het is nu weer goed hoor.” Ook de eigen emoties van deze kinderen kun je ‘ondertitelen’. Dat helpt ze om hun eigen emoties beter te begrijpen. “Je wilde heel graag op de fiets. En nu ben je verdrietig dat je eerst moet wachten op Lieve. Dat snap ik. Zometeen ben jij aan de beurt.” Dat geeft deze kinderen al veel erkenning en rust.’

En wat doe je nou met het kind dat nooit opruimt?

‘Opruimen kan voor deze kinderen een extra lastig moment zijn. Het is een wisselmoment en tijdens het opruimen is het drukker en onoverzichtelijk. Iedereen loopt door elkaar. Stoppen met iets waar het kind met de volle aandacht mee bezig was kan lastig zijn. Een strenge juf kan de druppel zijn die de emmer doet overlopen: het kind schiet in een driftbui. Wat kan helpen is een rustig opruimtaakje geven, zoals iets vouwen of sorteren. Of misschien kan het kind wel iets op de gang opruimen, waar het minder druk is. Je kunt je ook afvragen of dit kind misschien de ruimte moet krijgen om langzaam te wennen aan het opruimen. Want als ze eenmaal wel gaan helpen, zijn het beste opruimers. Dan gaan ze vol voor hun taak.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.