Jongens en meiden zijn anders in hun gedrag. Daar is het werkveld het over eens. Jongens willen dóen, zijn onrustiger, voetballen graag. Meisjes willen gezellig kletsen, knutselen en tutten. Natuurlijk zijn er knullen die graag tekenen en meiden die het liefst elke dag in een boomkruin klauteren, maar generaliserend: in de praktijk is er verschil, vooral vanaf de bso-leeftijd.
Leren van mannen
Hoe zorg je er voor dat je elk kind volgt in die behoefte? ‘Je kunt als mannelijke en vrouwelijke collega’s veel van elkaar leren’, zegt Yoran Blom. ‘Ik begon op een kinderdagverblijf met alleen maar vrouwen. Ik was twintig en wilde me graag groothouden, stoer zijn, maar ik heb veel geleerd van mijn collega’s over liefdevol verzorgen en kinderen troosten. Je kunt als man dus van vrouwen leren. Maar andersom ook. Het probleem is dat er in de kinderopvang maar twee procent mannelijke medewerkers zijn. Er zijn nauwelijks mannen om van te leren.’
Politieagentje
Uit deze behoefte is de workshop Tjonge jonge Jongens geboren. Drie Mundo-mannen leren hun vrouwelijke collega’s kijken door een jongensbril. ‘Bij jongens zie je vaak frustratie als ze moeten zitten of wachten, ze willen gaan. Ik liep daar als kind zelf ook tegenaan’, vertelt Blom. Hij geeft een voorbeeld uit de Mundo-praktijk. ‘In een bso kwamen de kinderen na school twee aan twee in een rij aan gelopen. Vervolgens moesten ze een kwartier aan lange tafels wachten tot alle kinderen er waren. Jongens kunnen moeilijk zo’n tijd op hun kont zitten. Eerst kregen ze fruit. Als dat op was volgde een cracker, daarna drinken en daarna kozen ze in groepjes voor activiteiten. Als ik collega’s vraag naar het doel van eten, dan zeggen ze: “Het is bedoeld als een knus moment, waarop we over het weekend of school kunnen praten, maar eigenlijk ben ik alleen maar politieagentje aan het spelen”. Dat hebben we veranderd. We hebben nu twee ruimten. Het eerste uur kiezen de kinderen: ze mogen spelen in de ene ruimte of in de andere aan tafel aanschuiven bij de fruitmand. Het kind doet waar het behoefte aan heeft. Zo kunnen ze hun energie kwijt én heb je ook dat rustige praatmoment.’
Yoran Blom is een van de sprekers tijdens het Openingsevent Week van het Jonge Kind.