Dit zijn uitkomsten uit een enquête van het online platform Vrouwen van Nu. 951 vrouwen reageerden op een poll met als stelling ‘Van oppasoma’s wordt iedere blij: oma, (schoon)dochter en kleinkind’. 751 vrouwen vulden de achterliggende enquête in. Dat waren vooral oma’s (717 in totaal tegenover 34 moeders).
Oma’s vaak alleen
Van de 717 oma’s passen 525 regelmatig op hun kleinkind(eren) op. Daarbij valt op dat een derde van de oma’s zelf ook nog werkt. Lang niet altijd passen grootouders samen op. In bijna de helft van de gevallen (36,3 procent) past oma alleen op. Oma’s werd ook gevraagd of ze het wel eens zwaar vinden om op hun kleinkind(eren) te passen. In de enquête zegt slechts 2,3 procent het vaak zwaar te vinden, de grootste groep (55,4 procent) antwoordt het soms zwaar te vinden. Maar in de open antwoorden blijkt dat het voor oma’s een taboe is om toe te geven dat het passen op de eigen kleinkinderen zwaar is. Iemand zegt bijvoorbeeld ‘Het hoort erbij’ of ‘Daar wil ik mijn (schoon)dochter niet mee lastigvallen’.
Gezelligheid
Daar staat tegenover dat oma’s op veel momenten ook genieten van het oppassen. 47,9 procent zegt het meest te genieten van de hechte band/het contact met hun kleinkinderen, ruim 27 procent geniet van de ontwikkeling van kinderen en nog eens 24 procent geniet van de gezelligheid en het samen leuke dingen doen.
Vrijheid behouden
Wat opvalt, is dat de groep oma’s die niet vaste oppasoma is, daar in de meeste gevallen (ruim 84 procent) zelf voor heeft gekozen. Deze oma’s willen graag hun vrijheid behouden en geven aan geen tijd te hebben om op vaste basis op te passen. De kleine groep die überhaupt nooit door hun kind benaderd is om een vaste dag op te passen, zegt in grote meerderheid aan (ruim 90 procent) hier eigenlijk wel blij mee te zijn.
Voor oma
De groep moeders die aan de enquête mee deed, is erg klein: 34 in totaal. De conclusies kunnen dus niet als representatief worden beschouwd. Wat opvalt is dat de dure kinderopvang voor veruit de meeste moeder geen enkele rol heeft gespeeld om grootouders voor oppas te benaderen. Dit zegt ruim 70 procent. Meestal kiezen moeders voor opvang door oma ‘omdat zij het graag wil’ (71,4 procent) of ‘omdat ik het goed vind voor mijn kinderen’(64,3 procent). Nog eens 57,1 procent zegt dat het een vertrouwd gevoel is.
Hechtere band met oma
In veruit de meeste gevallen is de relatie tussen (schoon)dochter en oma in positieve zin veranderd sinds het oppassen. ‘We delen samen de zorg voor de kinderen’, ‘de band is hechter’, ‘oma is deel van het gezin’, is een greep uit enkele antwoorden. Redenen om niet voor oma als vaste oppas te kiezen, zijn divers: 40 procent vindt dat ze opvang zelf moeten regelen, 35 procent wil oma niet met de opvang belasten en nog eens 35 procent kiest liever voor een kinderdagverblijf of gastouder in plaats van oma.
Lees meer over de enquête in dit artikel op vrouwenvannu.nl

En wat vinden de vaders en de opa’s? Of is kinderopvang alleen een vrouwenzaak?