Ouders die gebruikmaken van kinderopvang gaan er in 2011 tot 3 procent in koopkracht op achteruit door de bezuinigingen op de kinderopvang. Voor ruim de helft van de ouders gaat het om een achteruitgang van 1 procent.
Vragen
Minister Henk Kamp van Sociale Zaken gaf schriftelijk antwoord op allerlei vragen over de bezuinigingen die door verschillende Kamerleden zijn gesteld. Het is overigens niet duidelijk van welke situatie hij uitgaat bij z’n berekeningen (hoeveel kinderen, hoeveel dagen naar de kinderopvang). De vragen gingen niet alleen over de gevolgen voor de koopkracht van ouders, maar ook over de werkgeversbijdrage, de inspectie van de GGD en of ouders in verweer mogen komen tegen kinderopvangorganisaties die meer uren berekenen dan ouders eigenlijk afnemen.
Hoe verder in 2012?
De minister wijst erop dat in het regeerakkoord is afgesproken dat de financiële steun vooral voor hogere inkomens met kinderen op de kinderopvang afgebouwd wordt. In 2012 wil de regering opnieuw bezuinigingsmaatregelen in de kinderopvang doorvoeren. Kamervragen die over deze periode gaan, beantwoordt minister Kamp met de opmerking dat de komende periode wordt gekeken hoe de voorgenomen bezuiniging het beste vorm kan worden gegeven.
Arbeidsdeelname vrouwen
Bij de invulling van nieuwe bezuinigingen zal volgens hem zowel rekening worden gehouden met de effecten op de koopkracht als op de arbeidsdeelname van vrouwen. Kamp stelt dat de kinderopvangtoeslag is bedoeld om vrouwen meer aan het werk te krijgen. Aanstaande maandag heeft de Tweede Kamer overleg over de kinderopvang.
Download hier de gestelde vragen en de antwoorden van minister Kamp >>
