Paul van Meenen, die eerder een plan opwierp voor gratis kinderopvang in de nieuwe kabinetsperiode, vond het belang van pedagogisch medewerkers en gastouders zo groot dat zij net als medewerkers in de zorg en het onderwijs sneller moeten worden getest.
Het kabinet had zijn motie echter al ontraden voordat deze in stemming werd gebracht. Eerder wees staatssecretaris Van ’t Wout het idee af vanwege een gebrek aan testcapaciteit. Ook de GGD’en en minister de Jonge van VWS lieten weten geen voorstander te zijn van voorrang bij de teststraten, dan wel de voorrangsgroep zo klein mogelijk te willen houden.
Van Meenen: kinderopvang cruciaal
Vanavond is er een debat in de Tweede Kamer waar De Jonge het kabinetsbesluit moet verdedigen. Indiener Paul van Meenen geeft nu al aan het kabinetsbesluit ‘zeer teleurstellend’ te vinden. ‘Maar laatste woord hierover is nog niet gezegd,’ aldus Van Meenen. ‘De Kamer heeft door voor mijn motie te stemmen laten zien dat kinderopvang een cruciale rol vervult in de ontwikkeling van het jonge kind, het voorkomen van achterstanden en het werken aan kansengelijkheid. En een sleutelrol heeft in emancipatie en participatie. Dat moet ook tot uitdrukking komen in voorrang bij testen!’
‘VWS geeft niet thuis’
BMK en BK gaven al eerder blijk van hun ‘grote teleurstelling’ over de stellingname van het kabinet. In een nieuwe reactie geven zij aan teleurgesteld te zijn in het ministerie van VWS, dat tijdens de lockdown de kinderopvang als onmisbare partner zag om alle zorgpersoneel in te zetten, maar dat nu ‘niet thuis geeft’ nu de kinderopvang zelf in de knel komt. ‘Zelfs niet wanneer de Tweede Kamer in meerderheid daar wel om vraagt,’ aldus de brancheorganisaties.
Vertrouwen kabinet
Ook de stichting Nysa, die de gastouders vertegenwoordigt, is kritisch over het kabinetsbesluit. ‘Het vertrouwen in het kabinet wordt met deze maatregelen erg op de proef gesteld,’ aldus de stichting.