Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gijs van Rozendaal over coalitieakkoord: ‘Maximum uurtarief instellen is cruciaal’

‘Het coalitieakkoord zou ik willen typeren als een niet-duurzame, onhoudbare enorme potentiële stap vooruit. En of die potentie wel of niet tot uiting komt, hangt af van de vraag of het kabinet bij invoering van de nieuwe regelgeving voor kinderopvang wel of geen maximum uurtarief invoert.’ Dat zegt Gijs van Rozendaal.
Gijs van Rozendaal. Foto: Carla Overduin

Gijs van Rozendaal, voorzitter van de regiegroep Kindcentra 2020 en het Kinderopvangfonds, schrijft in onderstaand betoog waarom het cruciaal is om een maximumtarief in te voeren wanneer de overheid het grootste deel van de kinderopvangkosten gaat betalen.

‘Het coalitieakkoord bevat een aantal maatregelen om door middel van een verdere vermaatschappelijking van de kinderopvang te zorgen dat meer kinderen hier gebruik van kunnen gaan maken. Samen met de inzet voor een rijke schooldag komt het perspectief van vergaande samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs in kindcentra dichterbij. En daarmee ook de mogelijkheid om een rijke schooldag voor elk kind aan te bieden. Voor de ouders is het een verlichting dat de inkomensafhankelijkheid verdwijnt en de overheidsbijdrage rechtstreeks naar de kinderopvangorganisatie gaat. Een enorme stap vooruit dus.

Over het hoofd gezien

Maar ook hier is ‘the devil in the detail’. De manier waarop het coalitieakkoord verder wordt uitgewerkt is bepalend voor de vraag of het coalitieakkoord ten aanzien van kinderopvang en onderwijs echt gaat bijdragen aan de doelstelling van het verkleinen van de kansenongelijkheid en het verhogen van de algehele kwaliteit van onderwijs en opvang.

Voor de kinderopvang is het ontbreken van aandacht in het coalitieakkoord voor maximering van het uurtarief vooral van belang. In de hectiek van de coalitieonderhandelingen worden veel zaken wel geregeld, maar sommige zaken niet of over het hoofd gezien. Mijn grote vrees is dat het ontbreken van een maximumuurtarief zo’n gevalletje is van ‘even niet goed geregeld’. Met een maximumuurtarief bedoel ik dat de prijs die kinderopvangorganisaties aan ouders mogen vragen is gemaximeerd, zodanig dat er geen andere extra bijdrage aan ouders mag worden gevraagd.

Huidige situatie

Laat ik eerst even de huidige situatie schetsen.

  • De kinderopvang kent een maximaal fiscaal uurtarief (MFU). Voor 2022 is dit voor de KDV (0‑4) € 8,50, voor de BSO € 7,31 en voor gastouderopvang € 6,52.
  • Ouders krijgen een toeslag afhankelijk van hun inkomen als percentage van deze MFU. Voor de laagste inkomens is dit 96% en betalen ouders dus 4%.
  • Als kinderopvangorganisaties meer vragen dan deze MFU moeten de ouders dit meerdere voor 100% zelf betalen.
  • Omdat de MFU niet voldoende is vraagt ongeveer 80% van de kinderopvangorganisaties een iets hogere prijs dan de MFU. Men kan echter niet heel veel hoger gaan zitten omdat ouders het dan niet meer kunnen betalen. In kwetsbare wijken moet men vaak noodgedwongen op de MFU gaan zitten omdat het anders onbetaalbaar is voor de ouders uit deze wijken.

Toekomst

Op basis van het coalitieakkoord wordt deze situatie als volgt:

  • De inkomensafhankelijke toeslag verdwijnt en alle ouders gaan 5% betalen van de MFU (indien een kinderopvangorganisatie exact op de MFU gaat zitten).
  • Als kinderopvangorganisaties meer vragen dan deze MFU moeten de ouders dit voor 100% zelf betalen.
  • In het coalitieakkoord is maximering van het uurtarief niet opgenomen.

Dit laatste kan een groot probleem worden. Omdat wij te maken hebben met een (commerciële) markt zijn ondernemers vrij om zelf hun prijzen te bepalen. In de huidige markt en met de huidige regeling is er sprake van een globale prijsstabiliteit op een gelijk niveau voor vrijwel alle ouders in Nederland. Voor ouders met lagere inkomens is het moeilijk de prijs veel verder te verhogen dan het MFU omdat men dat niet kan betalen. Voor ouders met hogere inkomens kan men vaak wel een iets hogere prijs bedingen dan het MFU maar omdat deze ouders zelf al een groot deel van de rekening betalen kan men de prijs ook hier niet enorm veel hoger maken dan het MFU-plafond.

Verschuiving

Doordat in het coalitieakkoord (overigens tot mijn grote vreugde) is gekozen voor het loslaten van de inkomensafhankelijkheid, verschuiven de plateaus van de prijselasticiteit enorm en zal daarmee ook de globale prijsstabiliteit voor vrijwel alle ouders in Nederland vervallen. In onderstaande tabel maak ik dit zichtbaar.

Prijsstabiliteit voor en na coalitieakkoord

Inkomen Toeslag% MFU* Prijs stijging Prijs KO Kosten ouder Netto ouder
2022 50k 80% € 7,50 € 8,00 20%*7,50+0,50 € 2,00
2025 50k 95% € 7,50 10% € 8,80 5%*7,50+1,30 € 1,68
2022 100k 50% € 7,50 € 8,00 50%*7,50+0,50 € 4,25
2025 100k 95% € 7,50 25% € 10,00 5%*7,50+2,50 € 2,88
2022 24k 96% € 7,50 € 7,50 4%*7,50 € 0,30
2025 24k 95% € 7,50 0% € 7,50 4%*7,50 € 0,38

*Voor de eenvoud van het rekenmodel heb ik de MFU fictief op € 7,50 gezet

Wat blijkt uit deze tabel:

  • In wijken met veel tweeverdieners (gemiddeld inkomen 100k) kan de kinderopvang de prijzen verhogen met 25% en de ouder gaat dan nog altijd ruim 30% minder betalen.
  • In wijken met een gemiddeld inkomen kan de kinderopvang de prijzen met 10% verhogen en de ouder betaalt ongeveer 20% minder dan nu.
  • In kwetsbare wijken gaat de ouder, zelfs als de kinderopvangorganisatie de prijs gelijk houdt aan het MFU, 25% meer betalen dan nu.

Effect

De vraag is wat het effect van deze situatie is. Het gaat daarbij niet over een moreel oordeel of het wenselijk is dat er super-de-luxe en minder luxe kinderopvang komt. De vraag is wat de uitwerking wordt van de maatregelen op de generieke kwaliteit van de kinderopvang en op de door het kabinet beoogde kansengelijkheid. Daartoe is het van belang te kijken naar de mogelijke, en in mijn ogen ook vrijwel onvermijdelijke, gevolgen.

Tweedeling in de markt

In tweeverdienerswijken kan men de prijzen met 10%-25% verhogen terwijl de ouders toch minder netto gaan betalen. Dat zijn enorme prijsverhogingen. Daar gaat VIP-opvang van hoge kwaliteit ontstaan met kleine groepen, extra activiteiten, huiswerkbegeleiding en superrendementen. In kwetsbare wijken kan men met geen mogelijkheid boven het maximale uurtarief gaan zitten.

Op deze manier ontstaat er een door de overheid gefinancierde VIP-opvang met kleine groepen, betaalde bijlessen en pm’ers met arbeidsvoorwaarden die zorgen dat men de beste medewerkers aan kan trekken.

Kwetsbare wijken

Voor de kwetsbare wijken ontstaat er een situatie dat men feitelijk geen prijsverhoging door kan voeren, men niet meer aan de minimale kwaliteitseisen kan gaan voldoen en men bovendien amper of niet in staat is om goed gekwalificeerd personeel aan te trekken. Dit gaat een enorme scheve verdeling ten gevolge hebben tussen wijken. Als we niet uitkijken wordt het belang ‘waar je wieg heeft gestaan’ voor de verdere ontwikkeling van kinderen eerder belangrijker dan minder.

Prijsopdrijvend effect

Bovendien gaat dit een enorm prijsopdrijvend effect hebben. In de Scenariostudie Vormgeving Kindvoorzieningen (SVK) staat al beschreven dat dit alleen voorkomen kan worden als bij gratis kinderopvang er een maximering van het uurtarief aan verbonden is. Dat is de reden waarom in de SVK bij scenario 3 (gratis kinderopvang) er ook een maximering van het uurtarief wordt doorgevoerd. Datzelfde effect heeft echter evenzeer plaats bij ‘bijna gratis’ kinderopvang c.q. in een situatie waarin de ouder nog maar 5% van het MFU betaalt.

Het gevaar is ook dat dit leidt tot excessen. Bijvoorbeeld: voor Luzac-scholen wordt het heel aantrekkelijk om nu zelf hun aanbod op te splitsen in onderwijs en kinderopvang, waarbij de kinderopvangactiviteiten door de overheid voor 95% gefinancierd gaan worden. Daardoor ontstaat er door de overheid gefinancierde privaat onderwijs.

Verstoring arbeidsmarkt

In de kinderopvangorganisaties waar men hogere prijzen kan vragen, kan men ook veel aantrekkelijkere arbeidsvoorwaarden en hogere salarissen gaan bieden. In het onderwijs zien wij nu al dat het private onderwijs de beste docenten binnen haalt. Omdat dit een zeer beperkt marktaandeel binnen het totale primair onderwijs betreft, heeft dat een beperkt effect op scholen. Als in de kinderopvang echter een groot deel van de markt substantieel hogere prijzen kan gaan vragen, dan wordt het voor organisaties in kwetsbare wijken heel moeilijk zo niet onmogelijk om nog goed personeel aan te trekken.

Vernietiging van het hoge kwaliteitsniveau

De sector heeft door hard werken en gedurende vele jaren stevig investeren een goed kwaliteitsniveau gerealiseerd. De overheid heeft dit gestimuleerd door een stevig kwaliteitskader neer te zetten. Daardoor kenmerkt Nederland zich door een goed tot hoog kwaliteitsniveau over de volle breedte van de sector. Dit hele bouwwerk dreigt nu onder druk te komen staan. In kwetsbare wijken wordt het onmogelijk om te blijven voldoen aan de minimale wettelijke kwaliteitseisen door een te laag uurtarief en het ontbreken van middelen om kwalitatief goed personeel aan te trekken. Daarmee wordt het vrijwel onmogelijk om in kwetsbare wijken te voldoen aan de door de overheid gestelde minimale kwaliteitskaders.

Kansenongelijkheid

Deze situatie heeft derhalve een dubbel effect op het vergroten van de kansenongelijkheid. In kwetsbare wijken zakt de kwaliteit van de opvang door een ondergrens én de participatiegraad van kinderen blijft ver achter doordat men een prijsverhoging van minimaal 25% krijgt. En dat terwijl bij deze doelgroep sprake is van een grotere prijsgevoeligheid dan bij de hogere inkomens, zoals al bleek uit het CBS rapport van 18 februari 2015. De bizarre situatie ontstaat daarmee dat het kabinet stelt dat het streeft naar grotere kansengelijkheid maar dat het effect is dat er een dubbele ongelijkheid ontstaat. De hoge inkomens gaan er financieel fors op vooruit terwijl de lage inkomens minimaal 25% meer gaan betalen; en de hoge inkomens krijgen er VIP-opvang bij terwijl de kinderen van lage inkomens naar opvang moeten die nauwelijks aan de minimale kwaliteitseisen kan voldoen.

Maximum uurtarief

De uitweg voor deze problematiek is de invoering van een maximumuurtarief, waarbij er geen additionele ouderbijdrage mag worden gevraagd. Het moge helder zijn dat het dan van belang is dat dit uurtarief gebaseerd moet zijn op een realistische prijs. Het vorige kabinet gaat er in haar scenarioverkenning bij scenario 3 en 4 vanuit dat men bij een invoering van het maximum uurtarief de prijzen generiek met 7% verhoogt zodat alle kinderopvang in principe ook binnen die prijs geleverd kan worden. Deze globale doorrekening vereist nader onderzoek.

Scenario 3

Tenslotte is het van groot belang dat een maximering van het uurtarief geregeld worden voordat de nieuwe regeling ingaat. Want als de mogelijke gevolgen daadwerkelijk gaan optreden, wordt het vervolgens heel moeilijk om die nog terug te draaien als ouders eenmaal die VIP-opvang hebben. Bovendien wordt het vrijwel onmogelijk om door te pakken naar scenario 3 van de SVK met gratis toegang voor elk kind.

Onderzoek naar effecten

Het lijkt het mij verstandig als de minister een onderzoek start naar wat de te verwachten effecten zijn van het invoeren van de vergoeding van 95% van de kinderopvangkosten als niet gelijktijdig een maximum uurtarief wordt ingevoerd. Een dergelijk onderzoek zou voorafgaand aan de voorgenomen wijzigingen in de Wet kinderopvang per 1 januari 2025 plaats moeten vinden zodat de uitkomsten daarvan nog meegenomen kunnen worden bij de implementatie van de nieuwe regelgeving.

Strategieën

Wat zou het kabinet moeten onderzoeken:

  • Wat zijn, gegeven de marktwerking in de kinderopvang, de mogelijk te verwachten strategieën ten aanzien van het prijsbeleid van afzonderlijke ondernemers;
  • Wat zijn, vanuit economisch oogpunt de verwachtingen van het effect van het ontbreken van een maximum uurprijs op de prijsontwikkeling in de sector;
  • Wat zal de impact zijn op het wel of niet hebben van een maximum uurtarief op de door het kabinet beoogde versterking van de kansengelijkheid voor kinderen en op het realiseren van een gelijk kwaliteitsniveau van kinderopvang in alle wijken ongeachte de inkomensniveaus in bepaalde wijken;
  • Wat zijn eventuele kosteneffecten (voor zowel de overheid als de ouders) van het wel of niet invoeren van een maximum uurtarief;
  • Wat zijn de mogelijkheden om tegelijkertijd met de invoering van de nieuwe regelgeving een maximum uurtarief in te voeren voor de kinderopvang. Welke uitvoeringsaspecten spelen hierbij een rol;
  • In welke mate zal het niet invoeren van een maximum uurtarief bij de invoering van de nieuwe regelgeving belemmerend werken op de mogelijkheden voor een volgend kabinet om in later stadium wel een maximum uurtarief in te voeren conform scenario 3 van de SVK rapportage van het vorige kabinet.

Breder debat

Een onderzoek zoals ik voorstel kan bijdragen aan het bredere debat over de richting waarin het stelsel zich verder zou moeten ontwikkelen en de richting waarin het coalitieakkoord wordt ingevuld. Maar bovenal gaat het om het voorkomen van nieuwe ongelukken in de uitvoering van het stelsel van kinderopvang. Een verantwoorde invoering van de nieuwe regelgeving zoals het kabinet die voor ogen heeft vereist dat ook het kabinet zich bewust is van het feit dat ‘the devil in the detail is’. Als deze zaak niet goed geregeld wordt, verandert het coalitieakkoord van een enorme stap vooruit naar een enorme stap achteruit richting verdere tweedeling tussen arm en rijk.’

Het personeelstekort in de kinderopvang is tevens een belangrijke bottleneck bij de invoering van de nieuwe kabinetsplannen. Gijs van Rozendaal (regiegroep Kindcentra 2020), Patrick Banis (CAOP) en Kamalika Patra (ABN AMRO) reageren en delen hun oplossingen in dit artikel (PREMIUM) >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.