In totaal 273.000 kinderen hebben ouders die weinig ondernemen, niet of nauwelijks aan sport of een andere hobby doen en weinig met vrienden afspreken. Daardoor dreigt sociale uitsluiting van deze groep kinderen. Bij tienduizenden kinderen wordt die uitsluiting versterkt doordat ze in een onveilige buurt wonen en in armoede leven. Dit zijn belangrijke conclusies uit een onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau.
Meedoen belangrijk
Minister André Rouvoet benadrukt in een reactie het belang van het volwaardige meedoen in de maatschappij voor de ontwikkeling van kinderen. Hij concludeert dat sociale uitsluiting bij kinderen niet alleen wordt veroorzaakt door armoede, maar ook omdat ouders te weinig ondernemen of omdat kinderen in een onveilige wijk leven waar ze weinig leeftijdsgenootjes kunnen vinden.
Geen geld voor een verjaardagsfeestje
Het SCP hield het onderzoek in 2008 onder 2200 kinderen en hun ouders. Daaruit blijkt dat bijna 100.000 kinderen (4 procent) niet bij een vereniging zitten en vrijwel nooit meegaan op een uitstapje of op vakantie. Bovendien komen er bijna geen vriendjes over de vloer. Bij vijf procent van alle kinderen hebben ouders moeite om regelmatig kleding te kopen of zelfs verjaardagsfeestjes of school te financieren.
Huidige beleid te smal
De belangrijkste conclusie die het SCP aan de uitkomsten verbindt, is dat het huidige beleid om sociale uitsluiting van kinderen tegen te gaan nogal smal is, omdat het vooral is gericht op de deelname aan sport en cultuur door jongeren uit arme gezinnen. Net als Rouvoet stelt het SCP dat ook gewerkt moet worden aan de betrokkenheid van ouders bij de samenleving.
