Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Een kansrijke toekomst voor Groningse dorpskinderen

In Bad Nieuweschans, een dorpje in Oost-Groningen, is er voor kinderen nauwelijks iets te doen. Op KC Houwingaham experimenteren ze sinds 2020 met het project Tijd voor Toekomst. Op woensdag- en vrijdagmiddagen krijgen alle schoolkinderen een programma van sport, cultuur, muziek, dans, gezonde voeding en techniek. Met deze rijke schooldagen kunnen ze hun talenten ontdekken en ontwikkelen. Een eerste serie in een reeks over rijke dagarrangementen, een initiatief van PACT voor Kindcentra. 

Opgroeien in het kleine dorp Bad Nieuweschans: voor kinderen niet de meest stimulerende omgeving. Voor sporten, muziekles of andere activiteiten moet je al snel 15-20 kilometer reizen. En dat is voor ouders dan weer een flinke belasting. In het kader van kansengelijkheid kwam vanuit het Nationaal Programma Groningen – een flinke pot geld voor de provincie – de impuls om iets voor kinderen in kleine dorpen te doen. De gemeente Oldambt en Stichting Openbaar Onderwijs Oost Groningen (SOOOG) haakten aan en in 2020 werd de pilot Tijd voor Toekomst gestart op Kindcentrum Houwingaham in Bad Nieuweschans. 

Kansrijke toekomst

Op woensdag- en vrijdagmiddag doen alle kinderen vanaf groep 2 mee met activiteiten van de rijke schooldag. Ze krijgen lessen en activiteiten op gebied van muziek, cultuur, wetenschap, techniek, ondernemerschap, natuur, gezondheid en bewegen. Het doel: met een gezamenlijke aanpak van mensen en organisaties in de directe omgeving een aanpak creëren waarbij ieder kind een kansrijke en gezonde toekomst kan realiseren. Kindcentrum Houwingaham was de pionier en inmiddels zijn er elf scholen in de gemeenten Groningen, Midden-Groningen en Oldambt actief in de pilot Verrijkte schooldag, waar Tijd voor Toekomst onderdeel van is.  

Leerproces

Op een druilerige woensdagmiddag in februari zitten de drie betrokkenen bij Tijd voor Toekomst achter hun beeldscherm om te vertellen over deze pilot op KC Houwingaham. Maurice Dijk is coalitieondersteuner vanuit de gemeente. Hij verzamelt alle ideeën voor activiteiten, maakt de planning en benadert mensen of partijen die de activiteiten kunnen verzorgen. Sander Stel is leerkracht van groep 8 op KC Houwingaham en de coördinator vanuit de school. Hij verzorgt de communicatie tussen het team van activiteitenbegeleiders en de leerkrachten en is daarnaast aanspreekpunt voor de ouders. Hij inventariseert ook de wensen voor lessen en activiteiten bij de kinderen en collega’s.
Nikki Jepkema is vanuit de rol van onderzoeker innovatiebegeleider in dit project. ‘Dat houdt in dat ik met deze twee collega’s en een werkgroep van leerkrachten en ouders vorm en invulling geef aan dit project. Met de werkgroep van gemeente, directie, leerkrachten en ouders brengen we constant de wensen en behoeften in kaart en formuleren we gezamenlijk doelen die we nastreven binnen de verrijkte schooldagen. We evalueren dit proces en sturen bij waar nodig. Het is een leerproces waarbij de focus ligt op het ontdekken van werkzame elementen,’ vertelt ze. 

Laag voorzieningenniveau

Maurice Dijk vertelt dat het toekomstperspectief voor kinderen in een dorp in Oost-Groningen echt anders is. ‘Dat heeft te maken met het lage voorzieningenniveau. Kinderen komen niet in aanraking met dingen die van invloed kunnen zijn op hun toekomstperspectief. Met Tijd voor Toekomst kun je kinderen met heel veel verschillende mogelijkheden laten kennismaken zodat ze hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen.’
De pilotfase van 2,5 jaar startte in 2020 op de Houwingahamschool. Nikki Jepkema: ‘We zijn in 2020 gestart waarbij we twee weken elke dag activiteiten van de verrijkte schooldag aanboden; zowel onder als na schooltijd en daar hebben we van geleerd. In de volgende fase van de pilot zijn we naar de woensdag- en vrijdagmiddag gegaan. Dat werkte beter op deze school, maar elke school geeft er zijn eigen invulling aan en kijkt wat daar he
t best past.’

Bso

Een verlengde schooldag op de woensdag- en vrijdagmiddag biedt werkende ouders geen ondersteuning, omdat juist op die middagen weinig vraag naar opvang is. Daar is het ook helemaal niet voor bedoeld, zegt leerkracht Sander Stel. ‘De insteek is vooral de talentontwikkeling van kinderen. Als je op de andere dagen de schooldag gaat verlengen, zitten kinderen tot 17.00 uur op school en kunnen ze in de knel komen met sportlessen. Maar met een verlenging op woensdag en vrijdag zijn kinderen om een uur of drie vrij en kunnen ze daarna hun eigen ding doen.’ Er blijkt nauwelijks gebruik te worden gemaakt van buitenschoolse opvang. ‘Op onze school zijn er maximaal tien kinderen die ervan gebruikmaken in het volgende dorp of bij de gastouder. Kennelijk zijn er hier weinig tweeverdieners of regelen ouders het met opa’s en oma’s of de buren.’ De school is ook maar klein, het aantal kinderen schommelt tussen de tachtig en honderd, de ondergrens is zestig. 

Verdieping

Maurice Dijk vertelt dat ze kinderen niet alleen willen laten kennismaken met de verschillende activiteiten, maar daar ook verdieping in willen brengen. ‘We willen een doorlopende leerlijn aanbrengen waarbij kinderen elk leerjaar hetzelfde onderwerp op hun eigen niveau en aansluitend bij hun leefwereld aangeboden krijgen. Zo kun je elk jaar wat verder verdiepen. Daarnaast hopen we dat kinderen doorstromen naar sport-, dans- of muziekverenigingen als iets echt bij hen aanslaat.’ Sander Stel vult aan: ‘De meest ideale situatie is om verenigingen of een muziekschool naar het dorp te halen. Als een groep kinderen grote interesse heeft voor muziekles, is het voor de muziekschool in Winschoten mogelijk interessant om hier op school les te komen geven.’  

Heb je je al ingeschreven voor de gratis nieuwsbrief van Zosja? Zosja is het online platform dat je helpt om toe te werken naar een IKC of het klaar te maken voor de toekomst. Zosja levert nieuws, duiding, achtergronden, tools en inspiratie over de wereld van IKC’s. Word hier gratis abonnee

Soms zijn de faciliteiten of ruimten op school niet geschikt voor bepaalde lessen. Sander Stel vertelt dat er dan een andere locatie gezocht wordt, buiten of op een andere plek. ‘We vragen dan hulp van ouders voor vervoer of regelen zelf vervoer.’ Nikki wijst op de kleinschaligheid. ‘De lokale kracht staat centraal, dat betekent dat we een beroep doen op dorpslocaties. In het buurthuis wordt bijvoorbeeld gekookt.’ 

Expertise

Maurice Dijk geeft aan dat hij het in het begin van het project een enorme uitdaging vond om geschikte mensen te vinden die de lessen en activiteiten zouden kunnen verzorgen. Maar tot zijn verrassing vinden ze altijd weer partners die het gedachtegoed omarmen en ook nog eens geschikt zijn om dat aanbod vorm te geven. Ze maken in dit project ook wel gebruik van ouders met een bijzondere expertise, bijvoorbeeld een moeder die yogales kan geven. ‘We vinden ouderbetrokkenheid heel belangrijk, het is een van de pijlers van het programma.’ Omdat het een klein dorp is en iedereen elkaar kent, weten ze welke beroepen en talenten de ouders hebben.  

Betrokkenheid van kinderen

Kinderen worden actief betrokken bij het vaststellen van de onderwerpen voor de lessen en activiteiten. Sander Stel vertelt dat elke groep wordt vertegenwoordigd in de leerlingenraad. ‘Vanaf groep 3-4 dan, want jonger hebben kinderen te weinig een actieve inbreng. Zelfs in groep 3-4 is dat soms nog lastig. In de leerlingenraad praten we over wat ze leuk vonden en wat ze zouden willen doen. We vragen de kinderen ook om in een klassengesprek feedback op te halen.’ Meedoen aan de lessen en activiteiten is semiverplicht. Je kunt het formeel niet echt afdwingen, zegt Nikki Jepkema. Maar de MR heeft er wel mee ingestemd. Stel: ‘We zeggen tegen kinderen: we gaan ervan uit dat je er bent, mits je door je ouders bent afgemeld met een goede reden. In het begin hadden we die verplichting niet en merkten we dat een redelijk groot deel van de kinderen niet kwam. Ze hadden geen zin, maar nu ze min of meer verplicht zijn te komen, zie je veel meer betrokkenheid vanuit de kinderen. De kinderen die eerst niet meededen, vinden het nu wel leuk.’

Nikki vindt dat het de kunst is om het zo leuk te maken dat kinderen echt iets missen als ze niet komen. ‘Het was ook nieuw en zowel kinderen als ouders moesten eraan wennen. Het zorgde soms voor weerstand en daar hebben we in moeten investeren qua tijd en aandacht. Maar als dit een aantal jaren loopt, is het de cultuur in de school en daarmee normaal.’ 

Werkdruk

Een van de doelstellingen van het project is dat leerkrachten geen werkdrukverzwaring ervaren, vertelt Maurice Dijk. ‘Dus de leerkrachten gaan op woensdag- en vrijdagmiddag aan de slag met hun eigen taken. Maar je kunt ook niet de activiteiten alleen laten uitvoeren door mensen zonder didactische ervaring en kwaliteiten, want dan voelen leerkrachten zich alsnog verantwoordelijk. Daarom hebben we in het begin pedagogisch medewerkers ingezet die naast de inhoudelijk specialist de groepen op een pedagogisch didactisch verantwoorde manier konden begeleiden. Inmiddels hebben we een selectie van mensen die zowel inhoudelijk capabel als pedagogisch didactisch voldoende onderlegd zijn en alleen een groep aankunnen. Zo heb je bijvoorbeeld kunstenaars die al jarenlang ervaring hebben met voor de groep staan of docentenervaring hebben. En zo langzamerhand hebben we op elk moment de juiste persoon op de juiste plek weten te krijgen.’

Gezonde leefstijl

Opvallend in dit project is ook de lunch die de studenten Voeding & Diëtiek van de Hanzehogeschool op de woensdag- en vrijdagmiddag verzorgen. Op de vraag waarom kinderen niet gewoon hun meegenomen boterhammetje opeten, zegt Maurice Dijk: ‘Was het maar een boterham. Meestal is het een Snickers of een broodje met een koude kroket. De gemeente Oldambt vindt het heel belangrijk om binnen dit project de organisatie van een gezonde lunch mee te nemen. Voeding en leefstijl zijn belangrijke thema’s binnen Tijd voor Toekomst.’ 

Onderzoek

De effecten van Tijd voor Toekomst worden gemonitord door de Hanzehogeschool. Nikki Jepkema is daar als onderzoeker bij betrokken. ‘We volgen de scholen die in 2021 zijn gestart; we hebben een startdocument, gebruiken verschillende onderzoeksmethoden en houden diepte-interviews met ouders, gemeente en school. Met een werkgroep kijken we naar de positieve en negatieve elementen en welke inzichten die opgeleverd hebben. Gedurende 2,5 jaar hebben we een aantal meetmomenten met een evaluatie waar we lering uit kunnen trekken.’ Ondanks dat er voorlopig nog geen eindrapport is, ziet ze wel de effecten, zoals een positief klimaat in de klassen en school. Sander Stel ziet dat kinderen meestal ‘mega-enthousiast’ zijn. ‘Maar ze steken hun mening niet onder stoelen of banken als het hen minder bevalt.’ 

Financiering

Kinderen hoeven geen bijdrage te betalen, waardoor er geen enkele drempel is om mee te doen. Maurice Dijk vertelt dat de hoofdmoot van de financiering van de pilot komt vanuit het Nationaal Programma Groningen. ‘Daarnaast is er cofinanciering vanuit de gemeente en de SOOOG. Het project zit nog in de pilotfase van 2,5 jaar, maar het lijkt erop dat er een verlenging aan komt. Dat sluit ook aan op landelijke ontwikkelingen, zoals het regeerakkoord waarin gesproken wordt over de rijke schooldag.’

Gewoon doen

Gevraagd naar hun tips, do’s en don’ts, zegt Maurice: ‘Ik zou er vooral voor willen pleiten: ga het gewoon doen. Als je een idee hebt en draagvlak, ga dan aan de slag. Die middelen vind je wel. Ga je niet blindstaren of het wel bewezen effectief of wetenschappelijk onderbouwd moet zijn.’ ‘Investeer in draagvlak’, vult Nikki Tjepkema aan. ‘Als je daarbij een goed perspectief voor het kind voor ogen houdt, blijft leren en bijsturen, kom je een heel eind.’

Sander Stel adviseert om vooral dicht bij de school en de kinderen te blijven. ‘Sluit aan bij wat in jouw omgeving speelt. Er is geen blauwdruk die werkt voor elke school. Doe geen dingen die niet in je cultuur passen.’ ‘Omarm het gedachtegoed van een toekomstperspectief en gelijke kansen voor ieder kind en doe dat vooral op je eigen manier’, vult Dijk aan. 


Meer weten:
Tijd voor toekomst

Zie ook het filmpje van PACT voor Kindcentra over deze school.


Wat is PACT?
PACT voor Kindcentra heeft zich de afgelopen jaren hard gemaakt voor een ontwikkelomgeving voor kinderen van 0-13 jaar, waarin ieder kind meetelt, meedoet en leert, ongeacht herkomst, mogelijkheden en beperkingen. Een omgeving waarin professionals met plezier werken en ouders, kinderen en medewerkers samen optrekken. Kernwaarden hierbij zijn inclusief, integraal en interprofessioneel.

Wat is een rijk dagarrangement?
Belangrijk onderdeel van zo’n omgeving voor kinderen is het dagarrangement, waarin het leren van taal, rekenen e.d. wordt gecombineerd met een aanbod gericht op techniek, natuur, sport, cultuur en gezondheid. Zo krijgt de brede talentontwikkeling van kinderen vorm. Het coalitieakkoord spreekt over een rijke schooldag. Deze zesdelige serie laat voorbeelden zien van dagarrangementen of rijke schooldagen van een kindcentrum, een school of een kinderopvang-/bso-locatie. Deze voorbeelden zijn altijd bouwstenen van een geheel: een breed aanbod dat je ieder kind gunt. In deze serie laten we zien hoe de buitenschoolse opvang in nauwe samenspraak met het onderwijs nog verder tot brede talentontwikkeling kan uitgroeien. 

De negen bouwstenen van een kindcentrum

Het Kohnstamm Instituut onderzocht voor PACT voor Kindcentra wat typerend is voor kindcentra. Kindcentra zetten daartoe negen bouwstenen in: 1. Een nieuwe entiteit; 2. Eén visie; 3. Brede doelen en een breed aanbod 4. Leren op maat 5. Eén team met verschillende professionals 6. Het kindcentrum als lerende gemeenschap 7. Kindnabije hulp 8. Ouders en kinderen denken en doen mee 9. De hele dag, het hele jaar door. 
Zie: https://www.pactvoorkindcentra.nl/images/pdf/190327-Wat-is-een-kindcentrum.pdf


Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.