Ook al komt er bijna 2 procent bij; de hogere compensatie van de overheid voor de vergoeding van kinderopvang is nog verre van voldoende, stelde Jeroen Pernot van nettobijdrage.nl eerder al. Ouders zouden volgens hem nog geen enkel zicht hebben op wat ze in 2023 werkelijk kwijt zijn aan kinderopvangkosten. De Volkskrant vroeg nettobijdrage.nl dit te berekenen en waar men voor vreest blijkt waar: vooral huishoudens met een lage inkomens moeten door de hoge uurtarieven meer bijbetalen. Dat meldt de Volkskrant.
Dagopvang: 9,72 per uur
Gemiddeld stijgen de uurtarieven van dagopvang naar 9,72 euro per uur. De overheid vergoedt per 1 januari dit jaar ‘slechts’ maximaal 9,12 euro; de maximum uurprijs. Dit betekent dat ouders met lage inkomens 60 cent per uur zelf moeten betalen.
Honderden euro’s meer
Voor de Volkskrant rekende nettobijdrage.nl uit dat voor een eenoudergezin met een inkomen tot 27 duizend euro in 2023 de jaarlijkse eigen bijdrage daardoor van 2.746 naar 3.509 euro stijgt, voor drie dagen opvang voor twee kinderen. Een ouder met één kind dat twee dagen naar de opvang gaat, betaalt met hetzelfde inkomen 1.104 in plaats van 869 euro.
Huishoudens met hogere inkomens gaan ook flink meer betalen. Drie dagen opvang voor twee kinderen kost voor middeninkomens ongeveer 6.500 euro in 2023, ten opzichte van 5.500 euro in 2022.
Gastouderopvang en bso
Het gemiddelde uurtarief dat gastouders rekenen ligt dit jaar op 7,06 euro. Daarvan vergoedt de overheid maximaal 6,85 euro voor de laagste inkomens. Op de bso is het gat tussen de overheidsbijdrage en de uurtarieven het grootst: gemiddeld kost een uur bso 8,62 euro, waarvan de overheid maximaal 7,85 financiert middels kinderopvangtoeslag. Een verschil van 77 cent.
