Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Blog Betsy van de Grift – Wat weet u van goede babyopvang?

In de nieuwsbrief van de grote kinderopvangaanbieder Partou is er aandacht besteed aan een promotieonderzoek van mevrouw Sanne de Vet. Zij heeft lange tijd aan een grondig wetenschappelijk onderzoek gewerkt, met als vraag of de kinderopvang voor de baby's leidt tot verhoogde stressniveaus.
blog-betsy
Betsy van de Grift

Om daar een uitspraak over te kunnen doen zijn er baby’s in de thuissituatie vergeleken met die in de kinderopvang. Er werd onder andere onderzocht of er verschil is in de stressniveaus. Een flinke klus is dat geweest. Via LinkedIn zijn er bevindingen met de buitenwereld gedeeld. En natuurlijk is erop gereageerd. Dat is nou eenmaal de kern van social media: iedereen mag er wat van vinden. Zo vraagt iemand zich af of de baby’s thuis allemaal wel zo goed af zijn. Misschien is het voor sommige baby’s juist wel beter om naar de kinderopvang te gaan. En een ander vraagt zich af of het niet heel veel verschil maakt hoe de pedagogische beroepskrachten met de kinderen omgaan.

Aanbod misschien helemaal niet zo goed?

Wij als sector kinderopvang, wij willen het misschien liever niet horen: dat het aanbod voor baby’s misschien helemaal niet zo goed voor ze is. We zien liever de mitsen en maren en staan ook wat bedenkelijk tegenover de strengere kwaliteitseisen voor babyopvang. We voeren die eisen natuurlijk uit, maar waar blijft onze interne drive om echt de allerbeste voorzieningen te treffen voor de babyopvang? Welke aanbieder heeft een wenprogramma van weken (echt, een middagje helpt niet hoor)? Wie oefent met behulp van VIB aan de interactievaardigheden bij de allerjongste kinderen? Ik bedoel maar, laten we onderzoeken als deze van de Vet ter harte nemen. Want het is niet de eerste keer dat het aan de orde komt.

Vermeer en Groeneveld schreven daarover bijvoorbeeld een hoofdstuk in het boek ‘Nederlandse kinderopvang in wetenschappelijk perspectief’. Al vaker is gebleken dat hele jonge kinderen gedurende de eerste periode in de kinderopvang meer stress kunnen ervaren dan kinderen die niet in de kinderopvang komen. Het hangt allemaal van de kwaliteit van de geboden veiligheid en kwaliteit van de interacties af.

‘Al eerder bleek dat baby’s die in de kinderopvang zijn, vaker een hoger niveau van het stresshormoon kunnen vertonen’

Hoger stressniveau

Om erachter te komen of de baby’s inderdaad stress ervaren als ze in de kinderopvang zitten – of in het algemeen -, wordt er gebruik gemaakt van het meten van het stresshormoon dat in het lichaam rondgaat. Een verhoogd niveau van het stresshormoon is een duidelijke indicator van de ervaren stress (wij kennen in Nederland onderzoek op dat gebied van Riksen-Walraven en de Weerth). En al eerder bleek dat baby’s die in de kinderopvang zijn, vaker een wat hoger niveau van het stresshormoon kunnen vertonen. Maar of dat schadelijk is?

De Vet zegt daarover: ‘Dat weten we eigenlijk niet zeker.’ De promovenda heeft zich ook gericht op de interessante vraag of, door middel van aanpassing van ons pedagogische aanbod, de stress zou kunnen worden gereduceerd. Of voorkomen kan worden dat stress tot een schadelijk niveau op kan lopen. Zo doet de promovenda de suggestie om meer aandacht te besteden aan de wenperiodes, zodat baby’s geleidelijk kunnen wennen aan de prikkels, geluiden en de fysieke omgeving, maar vooral ook het missen van de vertrouwde pijlers uit de thuisomgeving. Een suggestie die serieus zou moeten worden opgepakt binnen de pedagogische beleidsplannen voor de babygroepen.

Doen we niet al genoeg?

Ook de wetgever heeft de afgelopen jaren de literatuur erop nageslagen en nog maar pasgeleden besloten dat het aantal pedagogische beroepskrachten op de babygroepen omhoog moet. Op elke drie baby’s moet nu één pedagogische beroepskracht beschikbaar zijn. De onderliggende aanname daarvan is, dat er meer onverdeelde aandacht is voor iedere afzonderlijke baby en er meer kindgericht gewerkt kan gaan worden. Een ingreep die ons overigens handenvol personeel heeft gekost; personeel dat we nu op andere groepen tekortkomen. En of het echt leidt tot minder stressreacties bij de baby’s is dus nog maar de vraag. Iedereen begrijpt dat kwantiteit nog niet hetzelfde is als kwaliteit. Het zou fijn zijn als de promovenda daar nog eens een keertje onderzoek naar kan gaan doen.

Bronnen:

  1. Blog Partou
  2. Fukkink, R. G. e. (2017). De Nederlandse kinderopvang in wetenschappelijk perspectief. Amsterdam, SWP book
  3. Jansen, J., R. Beijers, M. Riksen-Walraven and C. de Weerth (2010). “Cortisol reactivity in young infants.” Psychoneuroendocrinology 35(3): 329-338.
In november werd het rapport ‘preCOOL tot en met groep 8’ gepubliceerd, geschreven door Leseman en Veen. Het moet de vraag beantwoorden of VVE werkt. Het antwoord is nog niet zo simpel. Lees hier Betty’s vorige blog >>
Betsy van de Grift is een ervaren bestuurder en ondernemer in de zorg en kinderopvang, met een pedagogische en bedrijfskundige achtergrond. Sinds 2008 werkt zij als onafhankelijk adviseur voor kinderopvang en kleuteronderwijs. Door haar reeks ‘kinderbreinboeken’ is zij een veelgevraagd spreker en directiecoach. Haar boek ‘De Kleutervriendelijke School’ werd genomineerd als ‘beste onderwijsboek van 2020’. Haar laatste boek ‘Het Managementboek voor de Kinderopvang’ wordt gezien als het nieuwe handboek voor ervaren en junior hoger management. Betsy streeft er naar duurzame leerimpulsen te geven aan het opvoedkundig en educatief aanbod aan 0-7 jarigen. Meer daarover op www.betsyvandegrift.nl

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.