Niet de ‘diehards’! Die laten niet na om bij elke gelegenheid te roepen dat kinderopvang echt goed is voor kinderen. En leuk. En dat je het ieder kind moet gunnen. Doet ons dat niet een heel klein beetje denken aan het reclamespotje van WC-eend, waarbij een wat raar mannetje in een witte laboratoriumjas aan, zegt:
‘Wij, van WC-eend, wij zijn blij met het succes van onze WC-eend‘
Hoe kan de kinderopvang- en peuterspeelzaalsector haar ambities om echt meerwaarde te hebben voor kinderen het beste verzilveren in het maatschappelijke debat? Want kennelijk lukt dat niet goed en ik denk dat de ‘wij van WC-eend’ aanpak niet gaat werken.
‘Internationaal blijkt dat de kwaliteit in de kinderopvang heel vaak gemiddeld is (mediocre) met uitschieters naar boven en beneden’
De sector slaagt er niet in om te bepalen waar, wat en hoe ze kwaliteit duidelijk kan maken. Is het de pedagogische kwaliteit? We doen er amper onderzoek naar. De kleinschalige NCKO-rapporten zeggen wellicht iets over de landelijke trend, maar niets over de individuele aanbieder. En het beperkte meetinstrument ITTERS en ECERS staat ook niet echt ‘boven elke discussie’.
Kunnen we iets met nieuwere instrumenten zoals de betrokkenheid (Laevers)? Of moeten we – een beetje tegen de weerstand tegen toetsen in – de groei in de ontwikkeling van de kinderen meten om te kunnen bewijzen dat we echt aan ontwikkelingsstimulering doen? Of moeten we toch maar volstaan met de oudertevredenheid?
De claim van de kinderopvang dat ze goed is voor de ontwikkeling van kinderen, wordt vaak aangetoond met onderzoeken en rapporten. Maar die zijn denk ik niet altijd zo goed gelezen voordat ze geciteerd worden. Internationaal blijkt (ook) dat de kwaliteit in de kinderopvang heel vaak gemiddeld is (mediocre), met uitschieters naar boven en beneden. Van sommige programma’s is inderdaad bekend dat kinderen daarvan profiteren, maar dat betreft dan kinderen in achterstandssituaties en die programma’s zijn vaak veel intensiever dan wij ze hier in Nederland uitvoeren.
Het is nou eenmaal een jonge professie, de kinderopvang. En het kan altijd beter.