1. Trek de aandacht
Zing spontaan een lied, bijvoorbeeld Zeg Roodkapje waar ga je henen of Ik ben niet bang in het bos van de film Kikkerdril. Wie gaat er mee het bos in? Je maakt ze enthousiast en ze willen graag met je mee op avontuur. Dit kun je ook doen met een versje voordragen of een handpop introduceren.
2. Neem voldoende begeleiding mee, bijvoorbeeld de ouders
Ons Peuters in het Wild programma is voor ouders en peuters samen. Voldoende begeleiding is nodig als je een echte wandeling gaat maken. Je wilt de kinderen natuurlijk niet in hun wagentje laten zitten. Doe je iets op je (groene) plein, dan kun je het af met voldoende pedagogisch medewerkers per groep. Ook kun je steeds met een deel van de groep op avontuur gaan. Afhankelijk van de leeftijd heb je dan maar één pm’er nodig op 2 tot 5 kinderen. Houd de activiteit kort. Een half uur per groepje is vaak al genoeg.
3. Doe eens gek!
Probeer echt energie te brengen in de activiteit. Doe jij lekker gek en enthousiast, dan doen de peuters dat na. Dus ga op je knieën bij een konijnenhol en roep heel hard ‘Konijntje ben je thuis?’. Zoek bij elke paddenstoel naar de kabouter die er woont. Zing, stamp en dans. Zorg dat de peuters het naar hun zin hebben.
4. Doe zoekopdrachten
Emmertjes om spulletjes in te verzamelen zijn een noodzaak. Zorg ook dat je er genoeg hebt. Liefst voor elke peuter één. Peuters houden niet van delen.
5. Sluit af met een eenvoudig spelletje dat aansluit op het thema.
Bijvoorbeeld ‘Heks hoe laat is het?’of ‘Schipper mag ik overvaren’ en dan met een worm, kikker of spin. Vertel een verhaal met gebaren of activiteiten. Denk bijvoorbeeld aan het heksenlied van Sesamstraat.
Meer weten? Ga naar www.natuuriseenfeest.nl/peutersinhetwild