Daarna spitst die vaardigheid zich meer en meer toe op hun moedertaal. Dat blijkt uit Nederlands-Koreaans onderzoek dat besproken wordt in het vakblad PNAS, meldt EOS Wetenschap.
Onderzoek
Mirjam Broersma van de Radboud Universiteit Nijmegen deed onderzoek, samen met Koreaanse collega’s, onder 58 volwassen Nederlanders. De helft van hen was als baby geadopteerd, de andere helft niet. Van de adoptiekinderen was nog eens de helft naar Nederland gekomen vóór ze vijf maanden oud waren. De anderen waren gemiddeld 17 maanden oud, en kenden dus hun eerste Koreaanse woordjes al, al herinnerden ze zich daar niets meer van.
Lessen Koreaans
De groep kreeg intensieve lessen Koreaans. Die lessen focusten op drie Koreaanse klanken, die vergelijkbaar zijn met de Nederlandse ‘t’, en die Nederlandstaligen normaal gezien als variaties op het foneem (een klank die betekenisverschil tussen woorden veroorzaakt) ‘t’ zouden begrijpen. Voor, tijdens en na afloop van de training werden alle proefpersonen getest.
Fonemen onderscheiden
De geadopteerde volwassenen bleken de Koreaanse fonemen sneller van elkaar te kunnen onderscheiden dan de autochtone Nederlanders. Er was overigens geen verschil tussen de prestaties van de vroeg geadopteerden en degenen die pas naar Nederland kwamen toen ze al wat woordjes kenden.