Neem een prikbord en laat zien wie onze koninklijke familie is. Helemaal bovenaan prik je prinses Beatrix. Zij was de koningin en is nu weer prinses. Haar zoon Willem-Alexander en zijn vrouw Máxima zijn koning en koningin. Wat doen zij voor werk? Hun dochters Amalia, Alexia en Ariane zijn prinsessen. Zij zijn zussen van elkaar. Oefen familieverhoudingen. Wie weet wat prinses Beatrix is van prinses Amalia? De oma. Een leuk onderwerp om over door te praten. De prinsessen wonen (sinds januari) in Paleis Huis ten Bosch. Hoe ziet dat eruit? Gaan prinsessen naar school, eten zij wel eens pannenkoeken en huilen zij ook als ze vallen? Kinderen leren hiervan dat je allemaal ‘mens’ bent en mag zijn wie je bent.
Koninklijke woorden
Koningsdag is een heerlijk moment voor taal. Op alle niveaus kun je met kinderen woorden oefenen. De jongste kinderen leren wat prins, prinses, koning, koningin, kasteel en kroon betekenen. Voor de oudere kinderen kun je mooie woorden introduceren zoals koets, paleis en tiara. Maak kaarten met eenvoudige plaatjes en laat de kinderen de woorden raden.
Verhalen
Zet plaatjes of voorwerpen op tafel: een foto van een koning, een speelgoedkasteel, een plastic kroontje. Lees of vertel een verhaal waarin deze woorden voorkomen. De kinderen in de groep hebben elk iets wat geluid maakt. Bijvoorbeeld een fluitje of rammelaar. Zodra ze een ‘koninklijk’ woord horen, maken ze een geluid. De keuze uit sprookjes over koningen en prinsessen is groot. Een aardige is Een kroontje voor prinsje Alexander van Marianne Busser en Ron Schröder, ISBN 9789047508076 (christelijke insteek, dat moet je wel even afwegen). Maar je kunt ook zelf een eenvoudig verhaal vertellen, waarin je regelmatig de koninklijke woorden laat vallen. Een leuke uitdaging voor de kinderen, want ze volgen het verhaal en luisteren heel scherp naar de speciale woorden.
