Voor één keertje mogen de kinderen een smakelijk droomhuisje maken: een huisje van koek, zoals het huis van Hans en Grietje. De basis bestaat uit rechthoekige theebiscuits en ‘cement’ voor het plakken van de koekjes en de decoratie. Meng voor dit plaksel 250 gram poedersuiker en halvarine uit een kuipje en roer flink tot een dikke pasta ontstaat. Maak voor elk huis een bouwpakket. Je hebt zeven koekjes per huis nodig: twee voor het dak, vier voor de wanden en één voor de bodem. De koekjes voor de zijwanden staan met de lange kant op de grond, naast de bodem. Zet de biscuits voor de voor- en achterkant op hun smalle kant en snijd bovenaan schuine stukjes af, zodat er een dak op kan worden gelegd. Een beetje knutselen tot het past. Gebruik flink veel ‘cement’ en laat het zeker een uur drogen tot de huisjes stevig genoeg zijn om te verplaatsen. Zet ze dan op een bordje en laat ze een dag drogen. Dan komt het leukste werk: decoreren. Maak nieuw cement en geef elk kind een  theelepeltje om het snoep of de andere decoratie op de huisjes te plakken. Zachte snoepjes, rozijnen en gedroogde vruchten kunnen met een schaar in stukken worden geknipt. Cocktailprikkers zijn handig om kleine dingen mee aan te duwen. Warm een potje taartglazuur, zodat de kinderen met een kwastje of een puntzak lijnen kunnen trekken of bijvoorbeeld het dak kunnen kleuren.