Zie hier de blog van Marijke Dekker. Het woord ‘kwaliteit’ is immers neutraal, iets kan van goede of slechte kwaliteit zijn. Het woord heeft ook gewoon een duidelijke definitie: gesteldheid, hoedanigheid. Strikt genomen zal een organisatie dus niet zelf een nieuwe definitie voor het woord kwaliteit bedenken. Wel zal er hopelijk zijn nagedacht over hoe een goede kwaliteit gedefinieerd wordt.

Interessanter is dus de vraag ‘hoe wordt ‘goede kwaliteit’ gedefinieerd binnen de organisatie?’.

Het gaat hier dus om de definitie van het woord ‘goed’. Wat vinden wij goed? Waarom vinden wij dat goed? Wat moeten we doen om ‘goed’ te doen? Wat doen we nu, wat kan er anders?

‘Binnen KinderRijk kiezen we er voor om breed in te zetten. Waarden als verantwoordelijkheidsgevoel, maatschappelijke betrokkenheid, transparantie, ontplooiing, mens- en vooral kindgerichtheid liggen hieraan ten grondslag’

Vanuit mijn opvoedingsfilosofische achtergrond zou ik uren kunnen vertellen over het begrip ‘goed’. Een dergelijk begrip hangt samen met waarden en normen, met tijd, locatie en cultuur. Dat wij hier in Nederland in het jaar 2013 over nadenken heeft onherroepelijk invloed op de uitkomst.

Binnen KinderRijk kiezen we er voor om breed in te zetten. Waarden als verantwoordelijkheidsgevoel, maatschappelijke betrokkenheid, transparantie, ontplooiing, mens- en vooral kindgerichtheid liggen hieraan ten grondslag. We willen uiteraard aan de wettelijke en gemeentelijke eisen voldoen, maar we hebben ook een hele specifieke visie op pedagogiek (de visie van Pikler, Gordon en Malaguzzi vormen de basis). We willen kennis delen via collegiaal overleg en vinden het belangrijk om een nieuwe generatie pedagogische medewerkers te steunen, waardoor we een erkend leerbedrijf zijn.

Aan normen geen gebrek: de GGD controleert en geeft commentaar naar aanleiding waarvan verbeteracties kunnen worden uitgevoerd. Het HKZ-keurmerkinstituut heeft duidelijke richtlijnen die via interne en externe audits worden getoetst. We hebben de Governance code, de NCKO-monitor en zelfs functioneringsgesprekken zijn momenten om in gesprek te gaan over de staat van de kwaliteit. Hulpmiddelen zoals de Kwaliteitscirkel van Deming, de PDCA-cylcus, zijn daarbij fantastische hulpmiddelen. Plan, Do, Check, Act. Steeds weer blijven kijken naar die definitie van goed, hoe het gaat, hoe het anders kan.

Het is mijns inziens vooral belangrijk bewust te zijn van het feit dat het een enorm veelzijdig onderwerp is en binnen een organisatie een grondslagenonderzoek te doen. Wat zijn de uitgangspunten? Wat vormt het fundament van de organisatie? Wanneer dat helder is kan het worden uitgewerkt naar een concreter niveau, met plannen, acties, evaluaties en herzieningen.