Meertalige opvang vraagt wel om wat voorbereiding. Pedagogisch medewerkers moeten aan taaleisen voldoen. Zij moeten beschikken over een certificaat of een diploma waaruit blijkt dat ze de gekozen taal op tenminste B2-niveau beheersen. Dit geldt voor zowel het spreken, luisteren, lezen als gesprekken voeren. De taaleis komt van het Europees Referentiekader voor Talen. Verder moeten beroepskrachten op deze locaties voldoen aan de standaard eisen voor een pm’er.

Pedagogisch beleidsplan

Houders moeten in hun pedagogisch beleidsplan beschrijven op welke wijze zij de meertalige buitenschoolse opvang in hun kindercentrum vormgeven. De regeling gaat per 1 september in. Media augustus verwacht het ministerie de regeling officieel uitgewerkt te hebben en te kunnen publiceren.

Lees hier aan welke eisen beroepskrachten op een meertalige bso moeten voldoen

Vertraging regelgeving

Eigenlijk mochten bso’s al vanaf 1 mei 2016 meertalige opvang aanbieden, maar de regeling liep vertraging op omdat het is samengevoegd met de invoering van het personenregister voor de kinderopvang. Dit laatste project liep vertraging op bij het inrichten van het beheer en de ICT-omgeving.

Kamerleden reageerde onlangs kritisch op meertalige buitenschoolse opvang. Zowle de VVD als het CDA vroegen zich af waarom gekozen is voor deze drie talen. De PvdA gaf aan het nut van de wetswijziging niet in te zien omdat kinderopvanglocaties nu ook al mogen afwijken van het Nederlands als officiële voertaal. Minister Asscher onderbouwde daarop zijn keuzes. Lees het hier