1 Bouw een relatie op

Slecht nieuws brengen of een lastig onderwerp bespreken, gaat makkelijker als je al een goede band met de ouders hebt opgebouwd. Investeer daarom vanaf het begin in de relatie met de ouders en voer altijd open gesprekken. Zo krijg je een vertrouwensrelatie met de ouders: een goede basis voor moeilijke momenten.

Voer een slechtnieuwsgesprek niet even snel tussendoor, zoals bij het brengen of ophalen van het kind. Grote kans dat je de ouder dan overvalt of dat er te veel afleiding is. Plan zo’n gesprek daarom met de ouder in en bereid het gesprek goed voor.

Ga na welke personen een zinvolle bijdrage aan het gesprek kunnen leveren en nodig die uit. Plan voldoende tijd, kies een rustige ruimte en een goed tijdstip. Schat in wat de mogelijke reacties van de ouders kunnen zijn.

Overleg met je leidinggevende over de aanpak. Op die manier geef je het standpunt van de opvang weer en wordt een gesprek niet ‘persoonlijk’.

Zorg dat je goed op de hoogte bent van de feiten en eventuele regels. Bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld: ga uit van de Wet Verplichte Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Kijk voor specifieke tips voor het voeren van een gesprek bij vermoedens van kindermishandeling of huiselijk geweld op www.​nji.​nl.

Bouw het gesprek op. Val niet meteen met de deur in huis, maar draai ook niet om de hete brij heen. Beschrijf wat je hebt gezien en gehoord. Probeer vooraf in te schatten welke vragen ouders kunnen hebben en zorg dat je een uitleg of antwoord paraat hebt.

Probeer het nieuws neutraal te brengen. Geef geen waardeoordelen en gebruik de ‘ik-boodschap’.

Gebruik oplossingsgerichte gesprekstechnieken. Je helpt ouders en kinderen dan zelf te zoeken naar mogelijke oplossingen. Vraag bijvoorbeeld naar details, naar uitzonderingen of vraag de ouders om aan te geven hoe zij een probleem ervaren op een schaal van 1 tot 10. Een voorbeeld van een oplossingsgerichte vraag: ‘U geeft aan dat Sam thuis wel goed eet. Hoe komt het denkt u dat hij thuis wel wil eten en bij ons niet?’ Vraag de ouder naar zijn mening en visie. Luister, vat samen en vraag door.

Bespreek een eventueel verschil van mening. Misschien herkent de ouder een probleem niet, of blijven jullie het oneens. Geef dan aan dat je het met een leidinggevende of andere betrokken functionaris wilt bespreken. Vraag of ouders hiermee akkoord zijn.

Vat het gesprek samen en herhaal afspraken. Maak een vervolgafspraak om te evalueren.

Bronnen: FCB Kinderopvang (www.​kinderopvangwerk​t.​nl), Nederlands Jeugdinstituut (www.​nji.​nl)