Om beheersing van de Nederlandse taal en de interactievaardigheden van medewerkers in de kinder- en gastouderopvang naar een hoger peil te brengen, is in 2014 de tijdelijke subsidieregeling ‘Versterking taal- en interactievaardigheden beroepskrachten en gastouders in de kinderopvang’ in het leven geroepen.
Scholen pm’ers en gastouders
Kinderopvangorganisaties en gastouderbureaus konden met deze tijdelijke subsidieregeling pedagogisch medewerkers en gastouders laten scholen in taal- en interactievaardigheden. Er werd 3,4 miljoen euro voor uitgetrokken.
Deskundigheid beroepskrachten
‘De kwaliteit van de kinderopvang wordt voor een belangrijk deel bepaald door de deskundigheid van de beroepskracht of de gastouder’, stelt Van Ark in haar brief aan de Tweede Kamer. ‘Deskundigheid in de kinderopvang komt onder andere naar voren in de wijze waarop beroepskrachten en gastouders met de kinderen praten, zaken uitleggen en interactie tussen kinderen stimuleren.’
Bijdrage training
Houders van kindercentra of gastouderbureaus konden van de subsidie van eind mei 2014 tot medio 2018 aanvragen, voor een bijdrage in de kosten voor trainingsactiviteiten waarmee taal- en interactievaardigheden van beroepskrachten en gastouders konden worden versterkt.
1.600 subsidieaanvragen
Van Ark: ‘Deze trainingsactiviteiten hadden betrekking op trainingen voor individuele beroepskrachten en op trainingen voor leidinggevenden of stafmedewerkers van kindercentra en gastouderbureaus (“train-de-trainer”) om zo het bereik te vergroten. In vier jaar zijn bijna 1.600 subsidieaanvragen verleend.’
In 2019 zijn de laatste trainingen onder de regeling afgerond en in 2020 verschijnt de eindevaluatie.
Wat schreef Van Ark verder in haar Verzamelbrief kinderopvang?