Veel peuterspeelzalen werken altijd nog met vrijwilligers, maar dat mag na 1 januari 2018 niet meer. Dan moeten kinderopvang en peuterspeelzaal volledig zijn geharmoniseerd. Minister Asscher van Sociale Zaken ziet dit als een belangrijke stap om de sector verder te professionaliseren. Wat hem betreft hoeven vrijwilligers niet helemaal te verdwijnen uit het peuterspeelzaalwerk. Asscher vindt ‘het ontwikkelingsgericht werken met groepen kinderen een professie waarvoor een bij de leeftijd van de kinderen en bij de vorm van de opvang passende beroepskwalificatie nodig is. ‘
Ondersteuning MOgroep
Dit antwoordt minister Asscher op Kamervragen van SP-Kamerlid Tjitske Siderius. Zij stelde de Kamervragen naar aanleiding van het onderzoek van Bureau Bartels (in opdracht van de MOgroep). De MOgroep raadt peuterspeelzalen op haar beurt aan om tijdig actie te ondernemen om aan de nieuwe eisen te voldoen. MOgroep zal peuterspeelzalen en gemeenten de komende twee jaar helpen bij de voorbereidingen op de harmonisatie. Hier zou vanuit het peuterspeelzaalwerk veel behoefte aan zijn.
De inzet van vrijwilligers in peuterspeelzalen is één van de grootste aandachtspunten, bleek uit het onderzoek van Bureau Bartels. 19 procent van alle peuterspeelzalen werkt nog met vrijwilligers. Dat komt neer op 500 locaties en 1800 vrijwilligers. Lees meer over dit onderzoek >>
Vrijwilligers
De 1800 vrijwilligers die nu formatief worden ingezet in peuterspeelzalen, moeten vervangen worden door bestaande beroepskrachten of door nieuwe krachten. Minister Asscher schat dat dit 10 miljoen euro gaat kosten, maar de helft van die kosten worden gecompenseerd door het Rijk. Werkende ouders die nu nog een beroep doen op gemeentelijk gesubsidieerde plekken in de peuterspeelzalen, maken vanaf 2018 namelijk gebruik van kinderopvangtoeslag. De andere helft van de kosten kan volgens Asscher opgevangen worden vanuit de middelen van gemeenten voor peuterspeelzaalwerk.
Landelijk gebied
Siderius maakt zich zorgen om peuterspeelzalen in landelijke gebieden. Uit het onderzoek van Bureau Bartels kwam naar voren dat vrijwilligers meestal worden ingezet op peuterspeelzalen in landelijke gebieden. Minister Asscher belooft dat de MOgroep in het ondersteuningstraject specifiek aandacht zal besteden aan de problemen van kleine peuterspeelzalen in buitengebieden. Het is in ieder geval niet zo dat deze gemeenten meer geld ontvangen, aldus de minister.
Peuterbudget 60 miljoen euro
Onlangs drongen Brancheorganisatie Kinderopvang en MOgroep er bij de minister op aan dat het extra peuterbudget van 60 miljoen euro ingezet wordt voor de juiste doelgroep. Ook SP-Kamerlid Siderius stelt hier een Kamervraag over. Minister Asscher laat weten hierover in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). ‘Het uitgangspunt daarbij is dat gemeenten keuzes kunnen maken die passen bij de lokale situatie’.
Harmonisatie
Asscher benadrukt dat peuterspeelzalen en kinderopvangorganisaties ook na de harmonisatie een beroep kunnen doen op vrijwilligers voor zogenoemde ‘niet-formatieve taken’. De minister denkt dat vrijwilligers beroepskrachten goed kunnen ondersteunen en kunnen bijdragen aan kwalitatief hoogstaande opvang. Verder vindt de minister dat hij peuterspeelzalen ruim de tijd geeft om voor 2018 te anticiperen op de nieuwe kwaliteitsregels.