Voor zo’n observatie moet je ongeveer drie uur op een groep aanwezig zijn. In die tijd bekijk je onder andere de inrichting, de aanwezige materialen, de activiteiten en de interacties. Best een hele kluif! Een van de lastigste dingen is nog dat je zelf zo min mogelijk invloed mag uitoefenen op de groep, aangezien je een normale dagelijkse situatie moet observeren. Dat is een aardige uitdaging als je als vreemde tussen de nieuwsgierige kids staat.
“WAT? Van wie mag jij niet spelen?!” Handjes in de zij staat ze ineens vlakbij om van mij te horen waarom ik niet zou mogen spelen op haar groep. Geweldig.
Op dit moment worden de observanten, dus ook ik, nog getraind. Er is ook ‘huiswerk’, namelijk oefenen met observeren. Hartstikke leuk. Ik ga bij BSO Brink strategisch op een bankje in de hoek zitten om goed de groep te kunnen overzien. Een jochie van een jaar of vijf observeert op zijn beurt mij en besluit blijkbaar dat ik niks te doen heb. Ietwat verlegen komt hij met een grote spellendoos aangesjouwd, stopt op dik een meter afstand en zegt met een zacht stemmetje: “Wil je dit met me spelen?” Terwijl ik van binnen een beetje smelt leg ik hem uit dat ik niet mag spelen nu.
Een wat ouder meisje dat het tafereeltje van een afstandje volgt roept vol verbazing “WAT? Van wie mag jij niet spelen?!” Handjes in de zij staat ze ineens vlakbij om van mij te horen waarom ik niet zou mogen spelen op haar groep. Geweldig. Het kost enige uitleg voordat ze begrijpt dat ik bedoelde dat ik aan het werk ben, een lijst moet invullen en daarom geen spelletjes kan doen. Samen besluiten ze dat spelen toch leuker is dan op een bankje zitten ‘niks doen’ en gaan weer hun dagelijkse gangetje. En ik kan weer verder met observeren.